Hoofdstuk 1
De afvallige
Het geloof verlaten
Ongeacht of de moslim christendom aanvaardt (zoals het vandaag gebeurt met miljoenen Indonesiërs) of een atheïst wordt, de islamitische wet vereist dat hij gedood moet worden. Ook, iemand die één van de basis verordeningen van de islam verwerpt of de profeet of de koran beledigt (zoals Salman Rushdie deed) zal beschouwd worden als een afvallige en moet gedood worden. Het is welbekend dat alle moslimgeleerden het over deze punten zonder uitzondering eens zijn. Zij erkennen ook dat de profeet Mohammed het zei, en zij brengen het in praktijk met degenen die de islam opgeven en afvallig worden. De geleerden leren ook dat dit is wat de kaliefen (Mohammeds opvolgers) na hem deden. Hedendaagse geleerden spreken zonder schaamte dat de vrijheid van de moslims om zijn geloof te veranderen niet bestaat en door de islam niet erkend wordt.
Hedendaagse geleerden
De Azhar Universiteit in Egypte
Het is welbekend dat Egypte het grootste Arabische/ islamitische land in de wereld is. De Universiteit van Azhar is door de jaren beschouwd als de Mineret (licht) van de islam voor de gehele islamitische wereld. Het Wetgevende comité op de Azhar publiceerde: “Het wetsvoorstel van rechterlijke bestraffing”. Dit boek is gestuurd naar alle moskeeën in het Westen vergezeld door een beschrijvend memorandum voor deze wetten. Het wetgevende comité verzocht de moslim om deze straffen te implementeren en zich te onderwerpen aan de islamitische wet. Dit wetsvoorstel was zowel in het Arabisch als in het Engels geschreven. Het handelt over de straffen opgelegd door de islamitische wet zoals amputatie van de hand van de dief en het geselen van de wijndrinker. Echter, we willen graag hier de straf voor de afvallige die het islamitische geloof opgeeft behandelen.
Specifieke voorwaarden voor afvalligheid
Het “Wetsvoorstel van rechterlijke bestraffing” zegt (p.12):
“Een persoon schuldig aan afvalligheid (man of vrouw) moet ter dood gebracht worden als berouw niet binnen de toegestane periode uitgesproken wordt die niet zestig dagen mag overschrijden. Berouw van een persoon die meer dan twee keer afvalligheid heeft gepleegd zal niet worden aanvaard.
“Een afvallige is die moslim die afstand doet van het geloof van de islam ongeacht zijn aanname van een andere geloofsovertuiging.
“De misdaad van afvalligheid wordt gepleegd op de volgende manieren:
Op pagina 30 vinden we deze uitleggende opmerking:
“De voorgeschreven straf voor afvalligheid is gebaseerd op de Soenna. De profeet, vrede zij met hem, zei: ‘Iemand die zijn geloof verandert, moet worden gedood’ (Al-Boechari). Het wordt ook verteld door Al Dar Qutni dat toen een vrouw genaamd Oemm Marwan afstand doet van de islam, de profeet gebood dat als zij geen berouw toont zij ter dood gebracht moet worden. De rechtgeleide kaliefen continueerden deze praktijk. Het is wel bekend dat Aboe Bakr de getrouwe vocht tegen degenen die zich van de religie van de islam ontrokken en hij doodde velen. De genadige metgezellen hadden dezelfde kijk, en een consensus onstond over deze zaak.”
Dit zijn de uitspraken van de hedendaagse Azhar-geleerden. Zij zijn de mensen die het beste op de hoogte zijn van de wetten van de islamitische tradities van Mohammed en de daden gepleegd door zijn opvolgers.
De geleerden van Saoedi-Arabië
In één van zijn toespraken die gepubliceerd werd door de Tunesische kranten, viel de voormalige president van dat land de koran aan en zei dat hij vol tegenstrijdigheden is. Hij zei ook dat Mohammed een woestijnman was die mythen in de koran schreef. De Saoedische geleerden schreven een boek waarin zij hem bedreigden. Op de voorkant van het boek, was het volgende gedrukt:
“Uit de publicaties van de islamitische Liga van Medina Munawwari in Saoedi-Arabië:
“Het vonnis van de islam: ‘Voor degene die beweerde dat de koran tegenstrijdig is en enkele mythen bevat, die de apostel Mohammed beschreef alsof hij misdaden pleegde, of die zijn boodschap aanviel…’
Op pagina 13 van zijn boek, zegt Sheikh ' Abdul-' Aziz, samen met de sjeiks van Saoedi-Arabië:
“Het vonnis van de islam is om iemand ter dood te veroordelen die dergelijke dingen doet. Dus de president Abu Ruqayba moet zich haasten berouw te tonen.”
Zij verzekerden hem (pagina’s 14 en 15) dat alle moslimgeleerden overeen zijn gekomen dat iemand die deze dingen doet gedood moet worden. Zij zeiden dat dit ook de mening van hoofden van de vier hoofd islamitische scholen is. De hoofd islamitische scholen zijn de Shafi’i, Malik, Aboe Hanifa en Ahmad. Het is welbekend dat de eerdere president van Tunesië zijn liberale meningen over Mohammed en de koran niet veranderde die hij naar voren bracht in zijn toespraken.
Dus, de Westerse wereld zou niet verbaasd moeten zijn geweest, toen Khomeini de executie van Rushdie gebood omdat dit de mening van alle moslimgeleerden is als ook die van de vier leidende scholen.
Het Egyptische parlement: De hoogste rechterlijke autoriteit
Op 6 augustus 1977, publiceerde de meest prestigieuze krant in Egypte, al-Ahram, de volgende verklaring:
“Het parlement heeft een wet goedgekeurd om de straf op afvalligheid uit te voeren. De afvallige die met opzet de islam opgeeft door een expliciete verklaring of een beslissende daad moet ter dood gebracht worden. Afvalligheid wordt bekrachtigd door een bevestiging of door het getuigenis van twee mannen. De afvallige is verboden om zijn eigendommen te beheren. Hij zal 30 dagen gegeven worden om berouw te tonen voor de executie van de doodstraf. Maar als iemand die zich bekeerd tot het christendom 10-14 jaar oud is, zal hij vijftig keer gegeseld worden.”
Deze wet is tot nu toe niet geïmplementeerd in Egypte. Dit is vanwege het bezwaar van sommige liberale, verlichte schrijvers zoals Mustafa Amin die een artikel publiceerde in de Akhbar krant in dezelfde maand, waar hij zei:
“We moeten ons duizend keer bedenken voordat we een dergelijke wet goedkeuren omdat een goddelijke religie geen galgen nodig heeft om zich te beschermen. Het heeft niet een zwaard nodig om de nekken van degenen die het ermee oneens zijn af te hakken.”
Mustafa Amin is een erg beroemde persoon in de hele Arabische wereld vanwege zijn nobele karakter, kennis, en dapperheid, maar hij weet niet dat de religie van de islam zeker galgen nodig heeft om zichzelf te beschermen omdat de wet van afvalligheid een islamitische wet is.
Het meest verbazingwekkende deel van de uitspraak van het Egyptische parlement is deze: “De afvalligheid wordt vastgesteld door het getuigenis van twee mannen.” Niettemin is het mogelijk dat twee moslimmannen naar voren komen en getuigen dat zij een christenman hoorden zeggen: “Ik ben bekeerd tot de islam en ik getuig dat Mohammed de apostel van God is.” Zij mogen dat zeggen hoewel in werkelijkheid de man nooit die bewering maakte. Niettemin zal het getuigenis van de moslimgetuigen aanvaard worden. In dit geval heeft die arme man geen keus dan de islam te aanvaarden of ter dood gebracht te worden.
Het is een afschuwelijke wet die verworpen is door de Egyptische regering (zij implementeren hem niet) hoewel veel moslims in Egypte reeds christen zijn geworden. Dit is omdat de regering een seculiere regering is en geen islamitische, echter, de regering is onderhevig aan toenemende druk, dag na dag, van de terroristische islamitische krachten.
Wat gebeurt er met moslims in Egypte die christenen worden
In januari 1986 arresteerden de Egyptische autoriteiten acht mensen (mannen en vrouwen) van 20 tot 30 jaar oud. De beschuldiging was dat zij enkele jaren daarvoor het christendom aanvaard hadden. Acht maanden later, werden zij vrijgelaten uit de gevangenis nadat hun verhaal gepubliceerd werd in veel Westerse kranten en tijdschriften. Wat voor ons hier belangrijk is dat hoewel de acht christenen in de gevangenis waren, een moslimleider de regering schreef eisend om hen te executeren - niet slecht hen onder arrest te bewaren. Op de tweede van juli 1986 zei de krant “Het Islamitische Licht” die uitgegeven wordt de Ahrar partij (de liberale partij) in een artikel “Punt van absurditeit”:
“Twee dingen vinden we absurd. Het eerste is dat de Egyptische kerk hun onmiddellijke vrijlating eist en de Internationale Amnesty Commitee gecontacteerd heeft om zijn verontwaardiging te uiten over de gevangneming van acht mensen vanwege hun afvalligheid van de islam. Het tweede wat we absurd vinden is dat de Egyptische regering genoegen nam, hen alleen te arresteren. Verwacht wordt om de islamitische wet op hen uit te voeren; namelijk, dood als zij geen berouw tonen. De regering moet dit helder maken aan de hele wereld en trots zijn op deze wet omdat het Gods vonnis is.”
Dit is niet Gods vonnis, mijn vriend. God is liefde en respecteert de besluiten van de mens. God wil je vrij maken van waanideeën om je naar het licht van de waarheid te brengen. Wat ons werkelijk verbaasd is de algemene indruk dat God wraakgierig is zoals de wet zou betekenen. Wat ons nog meer verbaasd is dat de naam van de krant “Het journaal van Licht” is en de partij “De partij van de vrijen” is. Wat voor licht is dit? En wat voor vrijheid? De islamitische wet is een schande!
De Verenigde Staten - Land van vrijheid en mensenrechten— en de Verenigde Naties
De moslimjeugd in New York publiceert een wekelijks islamitisch tijdschrift genaamd al-Tahrir (“Bevrijding”). In zijn nummer van 5 februari, 1983, schreef de hoofdredacteur een artikel met de titel “De symptomen van afvalligheid in de islamitische maatschappij”. Op pagina 15 zei hij:
“De afvallige is niet alleen de persoon die de islam opgeeft en een andere religie aanvaardt, maar de symptomen van afvalligheid zijn vele, en degenen die ze in de praktijk brengt worden beschouwd als ongelovigen en afvalligen en verdienen te worden gedood. De symptomen van afvalligheid zijn: wanneer de regering niet regeert bij Gods wet (de meeste moslimregeerders doen dat), of wanneer de regering aspecten van de religie of één van de islamitische wetten bespot zoals de ex-president van Egypte, al-Sadat, deed toen hij zei dat de kleding van de moslimvrouw is als een tent.
“Een ander symptoom van afvalligheid is als een moslim alleen in de koran gelooft en de traditie verwerpt, namelijk, de uitspraken en daden van Mohammed (de Soenna) en de apostel Mohammed aanvalt door beledigingen of de koran bekritiseert. Ook onder de symptomen van afvalligheid is de bevordering van motto’s die de koran tegenspreken, zoals de motto’s van nationalisme, patriottisme en humanisme! Iedereen die roept om deze motto’s wordt beschouwd als een ongelovige en een afvallige verdient te worden gedood als hij geen berouw toont. Ook, iemand die gelooft in Masonianisme.”
We antwoorden door te zeggen dat schrijver volgens de islamitische leerstellingen juist is, maar wat is de mening van de Amerikaanse politie op deze beweringen en deze krant, in het bijzonder omdat veel Iraniërs en Arabieren in de Verenigde Staten christenen en Amerikaanse burgers zijn geworden. Zij zijn onder de bedreiging van dood volgens de islamitische wet.
De vroege geleerden
Zonder uitzondering zijn alle vroegere geleerden het eens over het ontnemen van de rechten van mensen om hun religie te veranderen en zij eisen de doodstraf voor iemand die dat doet. Ik heb de meest belangrijke en beroemde geleerden gekozen - degenen die erkend worden door alle moslims.
De Imam al- Shafi'i
In zijn boek, “De verordeningen van de koran” (deel 1, p. 289), merkt hij op:
“Als iemand een moslim wordt, vervolgens afvallig wordt, moet hij gevraagd worden om berouw te tonen, als hij geen berouw toont, moet hij gedood worden.”
Al-Shafi'i is één van de vier stichters van de jurisprudentie scholen die (volgens de Saoedische geleerden) overeenstemmen dat de afvallige ter dood gebracht moet worden.
Ibn Hazm
In Vol. 4, p. 316 van zijn deel, “Het gezoete”" (Al Muhalla) zegt Ibn Hazm:
“Ieder ongelovige die zegt: ‘Er is geen god dan God en Mohammed is de apostel van God,’ is een moslim geworden onderworpen aan de islamitische wetten. Als hij die later verwerpt, wordt hij onderworpen aan de dood. Maar als hij één van de mensen van het Boek (namelijk, uit de joden of de christenen) was, moet hij om een moslim te worden, zeggen: ‘Ik heb de islam aanvaard.’ Dan wordt hij een moslim onderworpen aan de islamitische wetten. Als hij ze verwerpt, wordt hij gedood.”
Ibn Taymiyya
Deze beroemde geleerde, die sjeik al-Islam wordt genoemd, zegt onder de titel van de wet inzake de afvallige:
“De moslim die niet bidt moet geboden worden om te bidden; als hij weigert te bidden, moet hij ter dood gebracht worden, omdat hij een ongelovige en afvallige zou zijn, volgens de geleerden en de imams, zelfs als hij zei dat Mohammed de apostel van God is, en zelfs als hij overtuigd was van de bedoelingen van gebeden” (Vol. 35, pp. 105-106).
In Vol. 32, pp. 276 en 279 beantwoordt hij deze zaken, namelijk, het doden van degene die zijn gebeden verwaarloost. Vervolgens spreekt hij tot de echtgenoten:
“Als een vrouw zich onthoudt van bidden, wordt zij gevraagd om berouw te tonen. De echtgenoot mag haar geselen om berouw te tonen, anders moet zij worden gedood.”
Het is welbekend dat de meerderheid van de moslims niet de dagelijkse vijf gebeden bidt, in het bijzonder de vrouwen die hiervoor geen tijd hebben. Dus, in dit geval, als de echtgenoot een ware moslim is, zou hij zijn vrouw slaan om haar te dwingen te bidden, en als zij weigert te gehoorzamen moet hij haar ter dood veroordelen! God, heb genade met ons!
Dit oordeel is niet alleen het vonnis van Ibn Taymiyya, maar (zoals hij frequent beweerde), is het een vonnis die alle geleerden en imams erkennen. Eigenlijk heeft ons onderzoek ons geleid om Ibn Taymiyya’s bewering te geloven. In deel 11, Vol. 8, herhaalt Ibn Hazm in zijn boek “ al-Moehalla” (“Het Gezoete”, p. 378) dezelfde woorden en verklaart ons dat dit alleen de mening van de Shafi’i en Malik is, beiden benadrukken dat degene die zijn gebeden verwaarloost en geen berouw toont, gedood moet worden. Sahieh Moeslim (Vol. 1, p. 267) geeft aan dat dit ook de mening van Ali ibn abi Talib is. Niettemin heeft Aboe Hanifa een lichtelijk andere mening. Hij zegt dat degene die het gebed negeert niet gedood zal worden maar gegeseld moet worden totdat hij berouw toont. Als hij geen berouw toont, moet hij voortdurend worden geslagen zelfs als hij sterft onder de straf.
Uit het begin van de islam
Uitspraken van Mohammed en zijn opvolgers
Profeet van genade en vrijheid
We hebben reeds gezien hoe de geleerden van de Azhar hun besluit baseerden over de doodsstraf van de afvalligheid op Mohammeds uitspraak: “Degene die zijn geloof opgeeft, dood hem.” Dit wordt geciteerd op gezag van Ibn Abbaas zoals het opgeschreven is in Sahieh van al-Boechari (deel 9, p. 19). Niet alleen al-Boechari maar de volgende geleerden schrijven deze beroemde uitspraak ook aan Mohammed toe!
Andere uitspraken door Mohammed gerelateerd aan deze zaak:
In een erg beroemde uitspraak, definieerde Mohammed drie gevallen waarin een moslim moet worden gedood:
“Het bloed van de moslim is niet wettig [om te vloeien] behalve in drie gevallen: Ongelovigheid na geloof, overspel na huwelijk, en het doden van een ziel zonder enig recht.”
Wat voor ons hier belangrijk is, is zijn frase: “Ongelovigheid na geloof.” Als je mij vraagt wie beweerde dat Mohammed dit zei, zal ik antwoorden: Alle vroegere en hedendaagse geleerden, zonder uitzondering, getuigen hiervan.
Toen Oethmaan ibn Affaan, de derde kalief en de echtgenoot van Roeqaijade dochter van Mohammed, werd bestormd door enkele beroemde moslimmetgezellen van de apostel, herinnerde hij hen aan Mohammeds uitspraken en vroeg hen: “Voor welke van deze drie redenen wil je mij doden?” en “Ben ik niet de prins van de gelovigen?” Niettemin doodden zij hem. Onder deze die betrokken waren in zijn moord waren Mohammed ibn Aboe Bakr El Seddik en Ammar ibn Yasir. (Zie de Kronieken van al-Tabari deel 2, p. 669 en alle boeken van de islamitische geschiedenis zoals de “Kronieken van de kaliefen” door de as-Suyuti en Ibn Kathir).
Deze uitspraak wordt ook beschreven in het volgende:
Het is duidelijk dan, dat deze uitspraak goed beschreven is en zonder twijfel aan Mohammed toegeschreven wordt. Het is ook welbekend dat de Sahieh van al-Boechari in deel 9, p. 18 opgeschreven heeft dat:
“De afvallige moet gedood worden gebaseerd op Gods uitspraak in de koran: ‘Maar wie onder u zich van zijn geloof afkeert en sterft als een ongelovige... ’” (het hoofdstuk van de Koe: 217).
Daden van Mohammed, Profeet van barmhartigheid en vrijheid
Het hoogste comité van wet in de Azhar noemde dat een vrouw met de naam Oemm Mirwan haar islamitische geloof opgaf. Mohammed gebood haar om berouw te tonen of te worden gedood. Islamitische geschiedenisboeken beschrijven ook dat toen Mohammed Mekka veroverde, hij allen die afvallig werden of hem beledigden ter dood veroordeelde (zie de Kronieken van Tabari, deel II, p. 160 en Ibn Hisjaam deel 4, pp. 15, 16 in “De biografie van de profeet”).
Mohammeds metgezellen en opvolgers: Wat deden zij?
Moe'adh ibn Djabal en de joodse man
Hij was één van Mohammeds grootste metgezellen onder de “helpers.” Zelfs Mohammed zelf zei: “Leer de koran van vier (mensen: Moe ’ adh ibn Djabal en...” (zie de Boechari, deel 6). Het volgende schrik aanjagende incident is opgeschreven in de Sahieh van al-Boechari (deel 9, p. 19):
“Moe’ adh ibn Djabal ging Aboe Moesa de gouverneur van Jemen bezoeken. Hij bood hem een kussen aan om op te zitten. Een man met touwen gebonden was daar. Moe’ adh vroeg Aboe Moesa: ‘Wat is dit?’ Hij antwoordde: ‘Deze man was een jood, vervolgens werd hij bekeerd tot de islam, later werd hij afvallig en werd opnieuw jood.’ Moe’ adh zei tot hem: ‘ Ik zal nooit op een kussen zitten totdat deze man ter dood gebracht is. (Dit is) het vonnis van God en Zijn apostel.’ (De gouverneur) gebood hem te worden gedood. (Alleen daarna) ging Aboe Moe’ adh zitten.”
Hier zien we een joodse man die zich bekeerd had tot de islam en later overtuigd was dat hij een fout gemaakt had. Dus keerde hij terug naar zijn oude geloof en werd met touwen gebonden als een dier. Vervolgens kwam Moe’ adh binnen en weigerde om op een kussen te zitten tenzij deze man onmiddellijk ter dood gebracht werd; dus executeerden zij hem. Toen, en alleen toen, at en dronk Moe’ adh met Aboe Moesa die vrede had met zichzelf omdat hij geloofde dat hij het gebod van God en Zijn apostel, Mohammed, had uitgevoerd. Zijn apostel en de heer van de boodschappers, de profeet van genade en vrijheid zei: “Wie zijn geloof opgeeft, dood hem.”
Ali ibn abi Talib en enkele christenen
Deze wrede man verbrande afvalligen dood of levend. Hij was de neef van Mohammed en zijn schoonzoon. Hij was Mohammeds favoriete vriend en één van de tien aan wie Mohammed het paradijs gaf. Mohammed voedde hem op voor en na de dood van zijn vader en zei dat Ali de beste was om te oordelen volgens islamitische wet.
Laten we nu kijken wat opgeschreven was over Ali ibn abi Talib, de vierde kalief, die zowel door Sjiieten als Soennieten wordt bewonderd. In zijn achtste volume, deel elf van zijn boek “Het gezoete” zegt Ibn Hazm (pagina 189):
“Ali bracht afvalligen en verbrande hen. Toen Ibn Abbaas het nieuws ontving zei hij: ‘Als ik het was in plaats van (hem), zou ik hen niet verbrand hebben maar zou hen in plaats daarvan op een andere manier gedood hebben omdat de apostel van God zei: “Wie zijn geloof opgeeft, dood hem.””
Hetzelfde incident is opgeschreven in Sahieh van al-Boechari (deel 9, pagina 19). Ibn Hazm (in dezelfde vorige bron, p. 190) vertelt ook wat Ali met sommige ex-moslims deed die zich bekeerden tot het christendom. Hij vertelt de volgende drie episodes:
Ibn Hazm zegt:
“Zij brachten een oude man tot Ali die oorspronkelijk christen was, vervolgens de islam aanvaarde, en later zich herbekeerde tot het christendom. Ali vertelde hem: ‘Misschien werd jij afvallige tot het christendom om een erfenis te verwerven, en daarna wilde je terugkeren naar de islam.’ De (oude man) zei: ‘Nee.’ Ali vroeg hem: ‘Misschien werd je afvallig tot het christendom om een christenmeisje te trouwen en daarna wilde je terugkeren tot de islam.’ De oude man zei: ‘Nee.’ Ali vertelde hem: ‘Dan, heraanvaard de islam.’ De oude man zei: ‘Nee, niet voordat ik Christus ontmoet.’ Ali gebood hem (om te worden gedood). Zij onthoofden hem.
“Een andere moslim viel af en werd een christen. Ali gebood hem om berouw te tonen maar hij weigerde. Ali doodde hem en gaf zijn lichaam niet aan zijn familie. Zij boden hem veel geld (om dat te doen), maar Ali weigerde en verbrandde het lichaam.
“Een andere man van de stam van bani ‘ Ijl werd christen. Zij brachten hem geketend naar Ali. Ali sprak tot hem voor een lange tijd. De man zei tot hem: ‘Ik weet dat Isa (Jezus) de zoon van God is.’ Ali stond op en stapte op hem. Toen de mensen dat zagen, stonden zij, ook, op en stapten op hem. Vervolgens vertelde Ali hen: ‘Dood hem.’ Zij doden hem. Vervolgens gebood Ali hen om hem te verbranden.”
In Gods naam, Ali! Is het omdat de geesten van die mannen (jong en oud) overtuigd waren door het christendom, dat je hen gebood om hun overtuigingen te veranderen? Wanneer zij weigeren dat te doen martelde je hen... of doodde je hen... of verbrande je hen.
Oethmaan ibn 'Affaan
Hij is de derde kalief en de echtgenoot van Raqija en vervolgens van Oemm Kalthom, de dochters van Mohammed. Hij is ook één van de tien aan wie Mohammed het paradijs schonk. Iemand kwam tot Oethmaan en deelde hem mee dat sommige mensen uit Irak afvallig waren geworden. Oethmaan schreef de gouverneur daar en gebood hem om hen berouw te tonen en de islam te heraanvaarden. Als zij weigerden dat te doen, moesten zij allen gedood worden. Sommigen van hen werden werkelijk gedood omdat zij weigerden terug te keren tot de islam, terwijl anderen bezweken en vanwege angst tot de islam terugkeerden (zie Ibn Hazm, deel 11, p. 190).
Aboe Bakr en de oorlogen van afvalligheid
De hele beschaafde wereld tezamen met de mensen van het vrije geweten beschouwen deze oorlogen als tiranniek, primitief en barbaars. Oorlogen die gevoerd werden zonder enige rechtvaardiging. De wereld zal zich altijd afvragen, wat de misdaad van deze arme Arabische stammen was en wat zij deden wat Aboe Bakr, de eerste kalief, prikkelde om dergelijke lange en wrede oorlogen tegen hen te voeren en tienduizenden mensen te doden. Alle moslims antwoorden snel dat Aboe Bakr Mohammeds bevelen aan het uitvoeren was, zoals hijzelf beweerde, omdat deze Arabische stammen onmiddellijk nadat Mohammed stierf de islam verlieten. Daarom was het gevecht tegen hen onvermijdelijk.
Ontwikkelde landen en vrije mensen begrijpen of accepteren dit antwoord niet dat de eenvoudigste principes van mensenrechten en de persoonlijke vrijheid negeert om te geloven in de religieuze doctrine van je keuze. Als de lezer de mogelijkheid gegeven was om de islamitische geschiedenisboeken te lezen, zou hij zelf de buitensporige wreedheid die gepleegd werd in deze oorlogen ontdekken. Menigten werden afgeslacht, en de overleverden werden gedwongen om de islam te her-aanvaarden en aalmoezen te betalen aan Aboe Bakr El Seddik, de vader van Aisja, vrouw van Mohammed. Natuurlijk, Aboe Bakr was de eerste aan wie Mohammed het paradijs gaf. Hij zei over hem: “Aboe Bakr is de favoriet voor mij onder de mannen, en zijn dochter Aisja is de geliefste onder de vrouwen.”
De oorlogen van afvalligheid worden geleerd in alle scholen van Arabische en islamitische landen omdat alle beroemde islamitische kroniekschrijvers zoals de Tabari, Ibn Khaldun, Ibn Kathir en Suyuti deze in detail beschreven. In de Kronieken van de Tabari (deel 2, pp. 258, 272), lezen we dat Aboe Bakr gewoon was om degenen die hij stuurde om de afvallige stammen te bevechten, te vertellen :
“Roep hen om de islam te her-aanvaarden; als zij weigeren, spaar niemand van hen. Verbrand hen met vuur en dood hen met kracht en neem de vrouwen en kinderen als krijgsgevangenen.”
Aboe Bakr herhaalde regelmatig deze beroemde woorden aan moslimstrijders. Oemar ibn al-Chattaab vertelde hem dat sommige van de stammen teruggekeerd waren tot de islam, maar zij weigerden om hem aalmoezen te betalen. Zij zeiden dat aalmoezen alleen aan Mohammed betaald moesten worden, hoewel zij bereid waren terug te keren tot de islam. Aboe Bakr zou antwoorden: “Bij God, als zij weigeren mij een touw te geven die zij gebruikten om de apostel van God te betalen, zal ik hen bevechten vanwege het weigeren” (zie p. 175 van Vol. I van Sahieh Moeslim, vertaling van de Nawawi. Zie ook ieder boek over de oorlogen van de afvalligheid).
Er is een erg belangrijk hedendaags boek dat uitgegeven werd door de Azhar Universiteit, getiteld: “ De khoelafa’ al-Rashidoen” (De rechtgeleide kaliefen” door Dr. Aboe Zaid Shalabi, professor van de islamitische beschaving op het College van de Arabische taal. Het boek werd in 1967 uitgegeven. De auteur presenteert gedetailleerde informatie over de Oorlogen van afvalligheid op 20 pagina’s (41-60). We willen graag het volgende hieruit citeren:
“Aboe Bakr zond elf moslimgeneraals tegen elf steden om de afvalligen te bevechten. Velen werden gedwongen de islam te her-aanvaarden. Onder deze landen waren Bahrein dat ingenomen werd door al-Ala ibn al-Hadrami, en Jemen dat aangevallen werd door Soewaid ibn Maqrin. Chalid ibn al-Walid ging heen om te vechten tegen Toelaiha, de stam van Bani Asad en zijn omringende Arabische stammen.”
Vervolgens commentarieert Aboe Zaid over deze oorlogen op pagina 60:
“De overwinningen bereikt door moslims in de oorlogen van afvalligheid hadden een erg opvallend resultaat. Deze overwinningen schrikten iedereen af die van plan was afvallig te worden van de islam.”
Het punt, dan, Dr. Shalabi, is dat door bedreiging van de dood, islam mensen tegen hun wil in het rijk van de islam probeert te houden. Bent u ook niet beschaamd om in uw boek te beschrijven, dat door middelen van offensieve oorlogen, de islam zich over het hele Middenoosten verspreidde! Motiveert dat u niet om uw religie opnieuw te onderzoeken? U logica is erg vreemd. Deze oorlogen schrikken iedereen af die van plan is om de islam op te geven omdat hij hetzelfde lot te wachten staat dat andere Arabische stammen moesten ondergaan.
Ibn Hisjaam
Ibn Hisjaam, in “Mohammeds biografie” ( Al-Sirat El Nabawia, deel 4, p. 180 ), zegt:
“Toen Mohammed stierf stonden de meeste Mekkanen op het punt om zich van de islam af te keren en wilden dat doen. Soehail ibn Amroe stond op en zei: ‘Van iemand die de islam opgeeft, zullen we zijn hoofd afsnijden.’ Mensen veranderden van gedachten en waren bang.”
Dit was wat betreft de Mekkanen, maar de meerderheid van de Arabische stammen keerden zich in wekelijkheid van de islam af. Aboe Bakr bevocht hen. De meedogenloosheid van Chalid ibn Al-Walied was erg overduidelijk. Dr. Aboe Zaid zei over hem dat hij degene was die de ogen van afvalligen uitstak.
Niettemin, zijn er belangrijke vragen in dit opzicht die onze aandacht vragen. Deze zijn: Waarom werden de Arabieren afvallig na de dood van Mohammed? Waarom waren de Mekkanen van plan om zich van de islam af te wenden? Het bekende antwoord is dat zij de islam hadden aanvaard onder de bedreiging van het zwaard omdat Mohammed hen dwong te kiezen tussen de islam of de dood.
Er zijn twee belangrijke vragen waarop een groot aantal mensen graag antwoorden wil hebben.
De eerste vraag
Hoe rechtvaardigen moslims het doden van afvalligen?
De moord van een afvallige (iemand die zich van zijn geloof keert) wordt gezien als een schending van vrijheid van religie als ook een duidelijke overtreding van de Internationale Rechten van de Mens (lid 18) die de meeste Arabische landen hebben getekend. Wat zeggen hedendaagse moslimgeleerden over deze serieuze zaak?
De geleerden van Koeweit en Katar behandelden deze vraag. Het wekelijks Koeweit tijdschrift, “De Islamitische Maatschappij” zegt in haar uitgave van 17 april 1984:
“Iemand kan zeggen: ‘Wil je de vrijheid van mensen ontzeggen?’ We zeggen tot hem: ‘Als bedoelt wordt met vrijheid, niet te geloven in Gods religie, of de vrijheid van ongelovigheid en afvalligheid, dan is die vrijheid afgeschaft en we erkennen die niet; we willen die zelfs uitroeien, en we streven ernaar om die te onderdrukken. We spreken dat publiekelijk en in het openbaar uit ’” (Geciteerd uit Dr. Taha Jabir's artikel).
Vervolgens gaat Dr. Jabir verder met uit te leggen dat de islam dit soort vrijheid helemaal niet erkent; namelijk de vrijheid van afvalligheid. Hij begint (op pagina 26) de islamitische regeringen te bekritiseren die de media toestaan om afvalligheid gemakkelijker te maken, om het te beschouwen als een persoonlijk recht voor iemand die het wil.
De internationale verklaring van de mensenrechten
Om het antwoord van de islam op deze verklaring te begrijpen, laten we naar een ander Arabisch islamitisch land gaan. Dr. Ahmad van Katar heeft een antwoord op deze verklaring. Dr. Ahmad is een hedendaagse moslimgeleerde en een befaamde professor van de islamitische wet op de Universiteit van Katar. In 1981 publiceerde hij een beroemd boek onder de titel: “Individuele waarborgen in de islamitische wet”. Als we de pagina’s 15 en 16 opslaan van zijn boek, zien we hem zeggen:
“Lid 18 van de Internationale Rechten van de mens verklaart dat ieder individu het volledige recht heeft om van zijn geloof te veranderen of het op te geven als hij dat wenst om de vrijheid van denken en de vrijheid van geloof te beschermen. We vragen ons af of deze vrijheid van iemands geloofsverandering hem naast anderen schade zou toebrengen? Of zelfs als de bedoeling van het veranderen van geloof is het zaaien van zaad van oproer en het verspreiden van slechtheid in het land of het ondermijnen van het geloof van de harten van anderen?”
Wat bedoelde je, Dr. Ahmad, toen je zei: “Zelfs het veranderen van je geloof zou je schade toebrengen?” Is dit je persoonlijke mening of is dit de mening van de persoon zelf? Waarom leg je je persoonlijke mening op aan alle mensen – omdat je denkt dat het een goede mening is? Je gelooft dat het opgeven van de islam schade berokkent aan de persoon die het doet, maar is dit je eigen overtuiging. Wat als iemand anders gelooft en overtuigd is dat verder te gaan als moslim hem zal schade zal toebrengen? Als voor zijn eigen welzijn, hij zich wil bekeren tot het christendom en wil geloven in Degene die stierf voor hem zodat hij een leven van vrede, plezier, liefde en heiligheid mag leven, waarom kom je naar die persoon en vertel je hem: “We verbieden het jou! We geven jou niet de vrijheid om je geloof te veranderen. Als je dat doet, zullen we je doden opdat je jezelf geen schade toebrengt!”
Misschien was het vanwege deze reden dat Mohammed, Ali en Oethmaan de afvalligen doodden en dat Aboe Bakr degenen bevocht die zich van de islam afkeerden en tienduizenden doodde … “opdat zij zichzelf geen schade toebrengen”!
Wat betreft uw uitspraak dat degene die zijn geloof opgeeft, het geloof doet beven in de harten van anderen: dit heeft niets van doen met zijn overtuiging. Het is hun probleem met hun eigen geloofsovertuiging en niet met hem. Hij zoekt zijn eigen spirituele welzijn en is overtuigd een andere religie te aanvaarden. Misschien is het beter voor die mensen om hun geloof te betwijfelen of zelfs om het uit hun harten te trekken, omdat het louter een vruchteloze illusie kan zijn die tot vernietiging kan leiden.
Er is iets genaamd mensenrechten, Dr. Ahmad. Dat is, een man heeft het recht om vrijelijk en intellectueel overtuigd de geloofstellingen te belijden die hij wil en om God volgens zijn eigen overtuiging te aanbidden. De beschaafde landen als ook de Verenigde Naties hebben die erkend, negerend natuurlijk, het gebod van uw profeet: “Wie zijn geloof verandert, dood hem!”
U zei dat de afvallige slechtheid in het land verspreidt. Verspreidt iemand die zich tot het christendom bekeerd heeft met zijn nobele spirituele principes ingesloten in het Evangelie, corruptie op aarde, of is het degene die zich houdt aan de islam die degenen doodt die hun geloof veranderen? Het christendom is duidelijk zichtbaar in het evangelie. Het roept ons om de ene God te aanbidden en benadrukt liefde - zelfs voor onze vijanden. Het spoort aan tot een leven van heiligheid en vrede.
De tweede vraag
Hoe kunnen moslims de noodzaak van dwang ontkennen?
Heel vaak citeren moslims die werkelijk verlangen om de waarheid te weten en die geloven dat hun geloof de vrijheid van de mens respecteert, de koranfrase: “Er is geen dwang in religie” als een bewijs voor hun bewering. Deze mensen weten niet de betekenis van dit vers zoals het door moslimgeleerden werd geïnterpreteerd. We hebben reeds gezien dat islam stelt, dat de afvallige gedood moet worden, maar om de betekenis van “Er is geen dwang in religie” te begrijpen verwijzen we naar de antwoorden van hedendaagse en oude geleerden van de islam.
De sjeik Mohammad Moetawilli al-Sha'rawi
Hij is één van de meest beroemde hedendaagse geleerden in Egypte. Miljoenen mensen in de islamitische wereld kijken naar zijn Tv-programma’s aangezien hij voortdurend het christendom aanvalt. Hij beweert dat christenen ongelovigen zijn, en hij wekt in Egypte gevoelens op om christelijke kerken aan te vallen, hen te verbranden en de ongelovigen te doden. Locale Egyptische kranten en tijdschriften rapporteren dit, ook. Ik heb deze man niet ontmoet noch heb ik zijn programma gezien, maar ik heb al zijn boeken gelezen. In één van zijn beroemde boeken: “Jij vraagt en islam beantwoordt” vond ik het volgende (pagina 52 van deel 2):
“Sommigen vragen: Hoe kan de islam zeggen dat er geen dwang in geloof is, doch gebiedt het doden van de afvallige? We zeggen tot hen: U ben vrij te geloven of niet te geloven, maar eens u het geloof hebt aanvaard bent u niet vrij (meer) en moet u gebonden zijn aan de islam anders zult u straf krijgen en de beperkingen ondergaan, onder hen is het doden van de afvallige; dat is, er is geen dwang in het aanvaarden van het geloof maar, als je de islam aanvaardt, bent je niet vrij om het op te geven.”
Sha’ rawi's uitspraak is in volledig overeenstemming met de wet van het doden van de afvallige. Het bekrachtigt de wet en valideert het. In zijn interpretatie van dit vers, zijn Ibn Hazm, al-Baidawi het volledig eens met de Sha’ rawi. Een mens (of hij een christen of een jood is) is vrij om te geloven of niet te geloven; dat is, hij heeft de optie om de islam te aanvaarden of de hoofdelijke belasting te betalen. Als hij niet religieus is, is hij niet vrij om een andere religie te kiezen, maar hij moet een moslim worden. Ibn Hazm merkt op dat:
“Het was echt ons verteld dat Mohammed dwang gebruikte om de Arabische heidenen het geloof te aanvaarden. Hij gaf hen de optie om of de islam of de dood te aanvaarden. Dat is mensen dwingen om de islam te aanvaarden ( zie Vol. 8, deel 11, p. 196, “Het Gezoete ” Al Mohalla)”
Wat van het grootste belang voor ons is in de Sha’ rawi’s bewering is dat wie gelooft in de islam niet de vrijheid heeft om het op te geven, anders moet hij gedood worden.
Nederlandstalige versie