Soenan Aboe Dawoed Boek 3
Abdoellah ibn Mas’oed vertelt: De apostel van Allah (vrede zij met hem) ging voor in gebed. De versie van de verteller Ibrahiem gaat als volgt: Ik weet niet of hij meer of minder (rak’aas van gebed) deed.
Toen hij de begroeting gaf, werd hij gevraagd: Gebeurde er iets nieuws in het gebed, apostel van Allah? He zei: Wat is het? Zij zeiden: U bad zo veel en zo veel (rak’aas). Hij verlichtte zijn voeten keek richting de Qibla en wierp zich twee keer ter aarde. Hij gaf vervolgens de aanroep. Toen hij zich afwendde (het gebed beëindigd), keerde hij zijn gezicht tot ons en zei: Gebeurde er iets nieuws in het gebed, ik zou jullie geïnformeerd hebben. Ik ben slechts een menselijk wezen en ik vergeet net zo als jullie dat doen, dus wanneer ik vergeet, herinner mij eraan, en wanneer iemand van u in twijfel is over zijn gebed moet hij zich richten op wat correct is, en zijn gebed in dat opzicht voltooien, dan de aanhef doen en zich vervolgens twee keer ter aarde werpen.