Soenan Aboe Dawoed Boek 4

Volume 1, Boek 4, Nummer 1244:

Hij (de profeet) zei: “Ga en dood hem.” Ik zag hem toen de tijd van het middaggebed gekomen was. Ik zei: “Ik ben bang dat er een gevecht tussen mij en hem (Chalid b. Soefjaan) zal zijn dat misschien het gebed zal verhinderen.” Ik liep verder naar hem toe terwijl ik bad door een gebaar te maken. Toen ik hem bereikte zei hij tegen mij: “Wie bent u?” Ik antwoordde: “Een man van de Arabieren; ik hoorde dat u een (leger) verzamelde voor deze man (d.w.z. de profeet). Vandaar dat ik naar u toe kom…”Ik liep een tijdje met hem op; toen het gemakkelijk voor me werd overmeesterde ik hem met mijn zwaard totdat hij koud werd (dood).


Soenan Aboe Dawoed index