Soenan Aboe Dawoed Boek 39
Verteld door AboeShoerayh al-Choeza’i:
De Profeet zei: als een familielid of iemand gedood is, of hij lijdt khabl, wat een wond betekent, kan hij één uit de drie dingen kiezen: hij kan vergelden, of vergeven, of compensatie ontvangen. Maar als hij een vierde wenst (dat wil zeggen iets meer), houd zijn handen. Hierna degene die de grenzen overtreedt zal zijn in een ernstige bestraffing.
Verteld door Samoerah:
De Profeet zei: Als iemand zijn slaaf dood, zullen w hem doden, en als iemand de neus van zijn slaaf afsnijdt, zullen wij zijn neus afsnijden.
Verteld door Aboe Sa’id al-Choedri:
Toen de Apostel van Allah iets aan het verdelen was, kwam een man naar hem en boog zich voor hem neer. De Apostel van Allah sloeg hem met een grote dikke tak en zijn gezicht was gewond. De Apostel van Allah zei tot hem: Kom en neem vergelding. Hij zei: nee, ik heb u vergeven, Apostel van Allah!
Verteld door Aboe Moesa:
De Profeet zei: De vingers zijn gelijk: tien kamelen voor iedere vinger.
Verteld door Aboe Moesa al-Ash’ari:
De Profeet zei: De vingers zijn gelijk. Ik vroeg: Tien kamelen voor ieder? Hij antwoordde: Ja.
Verteld door Abdoellah ibn Abbaas:
De Profeet zei: De vingers zijn gelijk en de tanden zijn gelijk. De voortanden en de kiezen zijn gelijk, die en dat zijn gelijk.
Verteld door Abdoellah ibn Abbaas:
De Profeet zei: De tanden zijn gelijk, en de vingers zijn gelijk.
Verteld door Abdoellah ibn Abbaas:
De Apostel van Allah behandelde de vingers en de tenen als gelijk.
Verteld door Abdoellah ibn Amr ibn al-‘As:
De Profeet zei in zijn toespraak terwijl hij leunde tegen de Ka’bah: (Het bloedgeld) voor ieder vinger is tien kamelen.
Verteld door Abdoellah ibn Amr ibn al-‘As:
De Profeet zei: Voor iedere tand zijn tien kamelen.