Waarom de islam vrijheid van godsdienst verbiedt

Afvalligheid in de koran, tradities en de islamitische wet

James M. Arlandson

In 2006 zijn in Pakistan christenen gearresteerd die zich hadden bekeerd van de islam tot het christendom.

In 2006 werd in Afghanistan, Abdul Rahman vervolgd door zich te bekeren van de islam tot het christendom, een “misdaad” waarop de doodstraf staat. Na enorme protesten van overheden over de gehele wereld, werd de berechting beëindigd en Abdul Rahman kon het land verlaten. Meer over de achtergrond van dit geval kan hier worden gevonden.

Aangezien het Oosten en het Westen elkaar ontmoeten door het wereldwijde web, zullen wij meer van dergelijke verhalen horen, zelfs van christelijke martelaren.

Afvalligen zijn zij die van religie veranderen, in dit geval de islam, of zij nu atheïst worden of zich bekeren tot een andere godsdienst. Wat moet er volgens de koran, de overleveringen (of de hadieth) en recente wettelijke uitspraken met hen gebeuren? Zijn deze moderne geestelijken en rechters van de oorspronkelijke islam afgedwaald?

Dit artikel beschouwt en analyseert de bron van deze godsdienstwettige antivrijheid van de islam.

De koran

Toegeven moet worden dat de vanzelfsprekende doodstraf voor afvalligheid niet zo’n prominent thema in de koran is als men denkt. Bijvoorbeeld, de volgende verzen veroordelen het, maar de straf ervoor is gereserveerd voor het goddelijke oordeel op de Laatste Dag, want de bestraffing daarvoor is niet duidelijke hier op aarde: soera’s 2:217; 3:72, 86-87, 90; 4:137; 5:54; 16:106; 33:14; 47:25-27; 73:11; en 74:11.

Vervolgens, overeenkomstig de historische context van soera 5:33 die verminking en kruisiging eist voor hen die oorlog voeren tegen Allah en Mohammed, keerden sommige Arabische stammen zich af van de islam, maar ook een herder werd vermoord en werd vee gestolen. Het gaat hier dus om meer dan alleen afvalligheid. Desondanks gebruikt de hadieth deze context om de dood voor afvalligen te rechtvaardigen.

Is er alleen in de koran duidelijkheid over doodstraf voor afvalligheid hier op aarde? De volgende drie passages, uit het prille begin van de islam, de oorspronkelijke gemeenschap die Mohammed oprichtte, volstaan om dit te bevestigen.

(1) Soera 4 werd geopenbaard in Medina over een periode van drie jaar (625-627 na Chr.). Destijds waren sommige moslims niet naar Medina vertrokken ondanks de uitnodiging daartoe. Een groep van hen, genaamd de huichelaars, had de islam geaccepteerd met de nodige reserveringen. Soms steunden zij Mohammed vanaf een geografische en godsdienstige afstand, bijvoorbeeld door het reciteren van gebeden op de typische moslimwijze. Op andere tijden, schenen zij de vijanden van de islam te helpen (zie Abul A'La Maududi, The Meaning of the Quran, vol. 1, blz. 361-62, voetnoten 116-117).

In soera 4:88-89 vertelt Allah hoe de profeet met deze scrupuleuze huichelaars dient om te gaan.

4:88-89 En hoe is het dat er bij jullie twee groepen zijn ten aanzien van de huichelaars, terwijl Allah hen omvergeworpen (tot ongeloof) heeft vanwege wat zij deden? Willen jullie leiden die door Allah tot dwaling gebracht zijn? En wie door Allah tot dwaling gebracht is: voor hen vinden jullie nooit een weg. 89. Zij verlangen ernaar dat jullie ongelovig worden, zoals zij ongelovig zijn, zodat jullie gelijk zijn. Neemt dus geen vrienden ( auliya: vrienden of beschermers) uit hun midden totdat zij uitwijken op de Weg van Allah (onderdanig aan Mohammed). En als zij zich afkeren (van de islam), grijpt hen dan en doodt hen [ q-t-l] waar jullie hen ook vinden. …( Siregar, tekst tussen vierkante haakjes toegevoegd door mij; tekst tussen gewone haakjes afkomstig van Siregar of parallel aan Al-Hilali en Khan)

Wij moeten twee opmerkingen maken over deze verzen. Ten eerste, Allah zorgt er zelf voor dat deze huichelaars afdwalen, en toch geeft hij opdracht hen te doden. Ten tweede, het Arabische werkwoord qatala (stamwoord q-t-l) wordt gebruikt en dit woord betekent uitsluitend vechten, doden, oorlog, strijd, of slachting.

Vervolgens zegt vers 90 dat als deze nominale moslims naar vrede streven, niet naar oorlog, dan heeft Allah niet aan Mohammed de vrijheid gegeven hen te bestrijden. Hij moet hen toestaan te laten leven in hun staat van huichelarij. Echter, volgens vers 89, als zij niet wegtrekken en niet tot de islam terugkeren, dan zullen zij worden bevochten. Zo er is geen twijfel over het beleid van Mohammed inzake volledige afvalligen -de doodstraf.

Voor wat betreft de laatste twee passages, laten wij hier Sayyid Abul A'La Maududi († 1979), een traditionele en gerespecteerde commentator van de koran, aan het woord om ons door het islamitische beleid inzake afvalligheid te leiden, zoals geopenbaard in de koran (The Meaning of the Qur’ an, vol. 2 van 6).

(2) Soera 9 is het laatste hoofdstuk dat in zijn geheel moet worden verklaard. Tegen deze tijd heeft Mohammed een sterke militaire macht, en hij is nu gereed om voor ééns en altijd met zijn tegenstanders “af te rekenen”. Drie verzen in deze soera bevelen het strijden tegen (djihaad) en dan het bevechten ( qital) van huichelaars en ongelovigen (73-74 en 123). In deze twee verzen, zijn de huichelaars en de ongelovigen geen volledige afvalligen.

De koran zegt:

9:73-74 O Profeet, bevecht [stamwoord j-h-d] de ongelovigen en de huichelaars en treed hard tegen hen op... En zij zijn ongelovig geworden na hun islam, en zij verlangden wat zij niet konden uitvoeren... Als zij dan berouw tonen, dan zou dat beter voor hen zijn, maar als zij zich afwenden, dan zal Allah hen straffen met een pijnlijke bestraffing in dit leven en in het Hiernamaals. (Siregar)

Deze twee verzen zeggen drie dingen over deze bijna-afvalligen.

Ten eerste, dat de huichelaars zich afzijdig hielden van de islam, maar desondanks uitten zij soms woorden van steun. Op andere tijden verzetten zij zich tegen Mohammed, vooral tijdens zijn lange en moeilijke Taboek kruistocht tegen de Byzantijnse christenen laat in het jaar 630 na Chr. Zij weigerden te gaan. Mohammed kon dit twijfelachtige gedrag niet tolereren. Het belangrijkste was dat hij in dit late stadium geen oppositie kon tolereren.

Ten tweede, het dubbelzinnigere woord djihaad wordt hier gebruikt. Dit impliceert dat het uiteindelijke bevel om de huichelaars en de ongelovigen te doden nog niet duidelijk was gegeven. Maar hen wordt een “pijnlijke bestraffing in deze wereld” beloofd. Hoe? In plaats van hen te doden, heeft de moslimgemeenschap andere methodes hen “te bestrijden” zoals afzondering, het ontkennen van hun eden in een gerechtshof, uitsluiting van banen en posities, en gebrek aan respect ( Maududi, volume. 2, p. 219, nota 82).

Ten derde, de huichelaars wordt nog de kans geboden om spijt te betuigen. “Als zij dan berouw tonen, dan zou dat beter voor hen zijn”... Dit betekent, volgens Maududi, dat zij geen volledige afvalligen zijn, ondanks het feit dat zij woorden van ongeloof uitten. Maar deze kans voor spijt is kortstondig, zoals het volgende vers openbaart.

(3) In soera 9:123 worden de huichelaars bij de ongelovigen gevoegd, dus nu zij zijn afvalligen.

De koran zegt:

9:123 O jullie die geloven, bevecht [stamwoord q-t-l ] de ongelovigen in jullie naast omgeving en laten zij hardheid bij jullie aantreffen. (Siregar)

Maududi geeft twee verschillen tussen verzen 73 en 123 weer. Ten eerste, djihaad (stamwoord j-h-d) en qital (stamwoord q-t-l) worden respectievelijk in beide verzen gebruikt; en, ten tweede, slechts één sleutelwoord beschrijft de vijanden van de islam in vers 123, terwijl twee woorden hen in vers 73 beschrijven.

Het enige verschil tussen de twee bevelen is dat in vers 73 de moslims werden gevraagd djihaad met hen te doen, terwijl in dit vers (123) krachtiger woorden: “bevecht hen” worden gebruikt, die bedoeld waren om indruk op hen te maken dat zij de huichelaars grondig en volledig zouden verpletteren. Een ander verschil in de bewoording is, dat in vers 73 twee verschillende woorden “ongelovigen en huichelaars,” worden gebruikt, terwijl in dit vers (123) slechts één woord: “ongelovigen” wordt gebruikt zodat de huichelaars alle aanspraak om moslim te zijn zouden moeten opgeven, want er was speelruimte voor deze concessie in het woord “huichelachtig”. (volume 2, blz. 253, voetnoot 121, toevoegingen zijn van mij)

Maududi zegt dat het woord “huichelaars” als tijd voor gratie is bedoeld, maar dit woord is weggelaten en vervangen door “ongelovigen”, wat een gratie uitsluit. Bedenk dat soera 9:73-74 zegt dat huichelaars op één of andere manier hun ongeloof bekenden nadat zij tot de islam waren bekeerd, dus de implicatie van vers 123, toegevoegd aan verzen 73-74, is duidelijk en als volgt: deze tot huichelaars-verklaarde-ongelovigen dienen grondig en volledig te worden bestreden en verpletterd, ondanks het feit dat noch Maududi noch vers 123 het woord “afvalligheid” als zodanig gebruikt.

De hadieth

De hadieth is een verzameling van verslagen of tradities aangaande de woorden en daden van Mohammed die niet in de koran voorkomen. Deze literatuur vormt met de koran de basis van de latere klassieke wetgeving. Boechari († 870) wordt beschouwd als één van de meest betrouwbare verzamelaars en redacteurs van de hadieth, zo niet de meest betrouwbare. Vier voorbeelden van Boechari en twee ahadieth door Maududi worden hier aangehaald en zijn voldoende om ons een idee van te geven hoe wreed de vroege islam afvalligen behandelde.

(1) Boechari registreert deze verslagen vanuit een legale zetting die terug gaan tot Mohammed zelf. Zij geven drie redenen om het bloed van een moslim te vergieten. Één daarvan is afvalligheid.

Verteld door ‘Abdoellah:

Allah’s Apostel zei: “Het bloed van een moslim die belijdt dat niemand recht heeft om te worden aanbeden dan Allah en dat ik Zijn Apostel ben, kan niet worden vergoten behalve in drie gevallen: In Qisas [ oog-voor-oog-vergelding] voor moord, een getrouwde persoon die illegale seksuele gemeenschap pleegt en degene die van de islam [naar zijn vroegere geloof] terugkeert (afvallige) en de moslims verlaat.” (Sahieh Boechari, Volume 9, Boek 83, Nummer 17)

(2) Deze hadieth zegt dat sommige “atheïsten” naar Ali, de schoonzoon en neef van Mohammed, werden gebracht en dat hij hen levend verbrandde.

Verteld door ‘Ikrima

Enkele Zanadiq (atheïsten) werden gebracht naar ‘Ali en hij verbrande hen. Het nieuws van deze gebeurtenis bereikte Ibn ‘Abbaas die zei: “Als ik in zijn plaats was, zou ik hen niet verbrand hebben, omdat Allah’s Apostel het verbood, zeggend: ‘Bestraf niet iemand met Allah’s bestraffing (vuur).’ Ik zou hen gedood hebben volgens de uitspraak van Allah’s Apostel: ‘Iemand die van zijn islamitische religie verandert, dood hem.’ (Sahieh Boechari, Volume 9, Boek 84, Nummer 57)

Klaarblijkelijk waren deze “atheïsten” vroeger moslims, maar zij volgden Mohammed niet langer. De islam van Ali en Ibn Abbaas, Mohammed’s familie, tolereerden geen godsdienstvrijheid, dus verbrandde Ali hen levend. Ibn Abbaas zou hen onthoofd hebben omdat vuur als straf slechts voor Allah gereserveerd is.

(3) Nadat Mohammed sterft aan koorts in 632 na Chr., kwamen de stammen in Arabië tegen de islam in opstand. Klaarblijkelijk volgden zij deze religie alleen maar omdat de profeet in militair opzicht sterker werd. Maar kort nadat hij stierf, werden ze ontrouw aan hem. Na de dood van Mohammed echter werd zijn rechterhand Aboe Bakr benoemd als opvolger of kalief (van 632-634 na Chr.). Hierna volgt hoe hij met de opstand omging:

Verteld door Aboe Hoeraira:

Toen Allah’s Apostel stierf en Aboe Bakr werd gekozen als een kalief na hem, keerden enkele van de Arabieren terug naar ongeloof.‘Oemar zei tot Aboe Bakr: “Hoe durf je de mensen te bevechten terwijl Allah’s Apostel zei: ik ben geboden om de mensen te bevechten totdat zij zeggen: ‘Geen heeft het recht om aanbeden te worden dan Allah ’ En degene die zegt: 'Geen heeft het recht om aanbeden te worden dan Allah,' spaart zijn rijkdom en zijn leven van mij tenzij hij werkelijk een wettige straf verdient en zijn verrekening zal bij Allah zijn! Aboe Bakr zei: “Bij Allah, ik zal hem bevechten die onderscheid maakt tussen zakaat en gebeden, want zakaat is het verplichte recht om te nemen van de rijkdom. Bij Allah, als zij weigeren mij zelfs een bindtouw te geven dat zij vroeger aan Allah’s Apostel gaven, zal ik hen bevechten voor het achterhouden.” ‘Oemar zei: ‘Bij Allah, het was niets, behalve dat ik zag dat Allah het hart van Aboe Bakr geopend had om te vechten, en ik zeker te weten kwam dit (het besluit om te vechten) de waarheid was.” (Sahieh Boechari, Volume 9, Boek 92, Nummer 388)

In deze passage is zakaat “de verplichting om van de rijkdom te nemen” van de Arabische stammen. Aboe Bakr vecht fanatiek voor elk laatste beetje rijkdom van hen. Zelfs als zij een “stuk bindtouw” achterhouden, zal hij hen daarvoor bevechten. Uiteindelijk, was de eerste kalief succesvol. De stammen werden onderworpen.

(4) Als laatste voorbeeld van Boechari’s verzamelingen, belooft deze hadieth een beloning op de Dag van de Opstanding voor het doden van afvalligen in de laatste dagen:

... Geen twijfel hoorde ik Allah’s Apostel zeggen: Tijdens de laatste dagen zullen er enkele jonge dwaze mensen verschijnen die de beste woorden zullen zeggen maar hun geloof zal niet verder gaan dan hun kelen (dat wil zeggen zij hebben geen geloof)) en zullen hun religie verlaten zoals een pijl zijn doel mist. Dus, waar je hen vindt, dood hen, want degene die hen doodt zal beloond worden op de Dag der Opstanding. (Sahieh Boechari, Volume 9, Boek 84, Nummer 64)

Vervolgens haalt Maududi twee ahadieth aan die hij als betrouwbaar beschouwt. Beide zeggen dat een christen of christenen die bekeerd waren tot de islam, er afkerig van waren, om vervolgens terug te keren naar het christendom. Ali, Mohammeds neef en schoonzoon en de vierde klief (van 656-660 na Chr.), werd vermoord terwijl hij aan het bidden was in een moskee. Hoe behandelt hij deze christenen? Op een verdraagzame wijze?

(5) Deze christen werd vermoord nadat hij verklaarde dat Jezus Christus, Heer van hem was en mogelijk zelfs ook van Ali.

... Een man die eerst een christen was, daarna een moslim, en opnieuw een christen werd, werd voor Ali gebracht. Ali vroeg hem: Wat is de oorzaak van je gedrag? Hij antwoordde: Ik vond de godsdienst van de christenen beter dan uw godsdienst. Ali vroeg: Hoe denkt je over Jezus? Hij zei: Hij is mijn Heer ( Rabb); of zei hij: Hij is Heer van Ali. Nadat hij dit hoorde gaf Ali opdracht hem te executeren.

(6) Deze christenen werden als martelaar gedood, nadat zij zich realiseerden dat hun eerste godsdienst, het christendom, veel beter was dan alle andere godsdiensten, zelfs de islam. Neem nota van wat Ali hun kinderen aandoet.

... Ali werd geïnformeerd over een groep christenen die moslims was geworden en daarna weer christenen werd. Ali arresteerde hen, liet hen bij zich komen en onderzocht de waarheid in deze kwestie. Zij zeiden: Wij waren christenen. Toen werd ons de keus geboden om christenen te blijven of moslims te worden. Wij kozen voor de islam. Maar nu zijn wij van mening dat geen godsdienst beter is dan onze eerste godsdienst. Daarom zijn wij nu christenen geworden. Nadat Ali dit hoorde, gaf hij opdracht deze mensen te executeren en hun kinderen tot slaven te maken.

Slavernij heeft een lange en afschuwelijke geschiedenis in de islam.

[Engelstalige] Bron: De bestraffing voor de afvallige overeenkomstig de islamitische wet, voor de laatste twee ahadieth; en ga naar “Inzicht van de juist geleide kaliefs”, nrs. 6 and 7

Deze sectie van Boechari’s hadieth behandelt de afvalligen.

De klassieke islamitische wet

De sjaria is de islamitische wet die gebaseerd is op de koran en de hadieth. Fiqh is de wetenschap van het toepassen en het interpreteren van de sjaria, door gekwalificeerde rechters en rechtsgeleerden. Wij zullen twee van de meest wijdverspreide en invloedrijke scholen van de orthodoxe Soenni islam nader bekijken: die van Sjafii († 829) en Malik († 795).

(1) Malik was ook een betrouwbare verzamelaar van de hadieth.

In een lange hadieth, legt Malik de basis voor het legaliseren van executies.

Jahja vertelde met mij... dat de Boodschapper van Allah....zei: “Als iemand van godsdienst verandert -- sla dan zijn hoofd af!”

De eerste groep afvalligen verlaat de islam voor iets anders, maar hen wordt niet de kans geboden spijt te betuigen.

Zij worden gedood zonder de gelegenheid te krijgen spijt te betuigen omdat hun spijtbetuiging niet wordt erkend. Zij verborgen hun ongeloof en beleden de islam in het openbaar, dus ik denk niet dat men dergelijke mensen de gelegenheid moet geven spijt te betuigen en men moet hun woord niet accepteren.

De tweede groep afvalligen verlaat de islam en maakt dat openbaar. Wat gebeurt er met hen?

Voor wat betreft de persoon die de islam verlaat voor iets anders en het onthult, hij wordt uitgenodigd om spijt te betuigen. Als hij geen spijt betuigt, wordt hij gedood. Als zij spijt betuigen, dat wordt dit van hen geaccepteerd.

De volgende hadieth in Malik betreft Oemar. Herinner uit de vorige sectie dat Aboe Bakr als eerste kalief (van 632-634) oorlogen met stammen voerde die de islam hadden verlaten en dat Ali, de vierde kalief (van 656-666) christenen doodde. Oemar was tweede kalief (van 634-644), en ook hij doodt afvalligen als onderdeel van zijn beleid, behalve dat hij hen drie dagen geeft om spijt te betuigen.

... Toen Oemar vroeg: “Heeft u nieuws te melden?” zei hij: “Ja. Een man is ongelovig geworden nadat hij eerst een moslim was”. Oemar zei: “Wat heb je met hem gedaan?” Hij antwoordde: “Wij lieten hem naderbij komen en sloegen toen zijn hoofd af”. Oemar zei: “Heb je hem niet drie dagen gevangen gezet en iedere dag brood gevoed en hem uitgenodigd spijt te betuigen dat hij zou kunnen... terugkeren naar de geboden van Allah?” Toen zei Oemar: “O Allah! Ik was er niet bij aanwezig en ik heb er geen opdracht toe gegeven en ik ben niet verheugd over wat ik gehoord heb.”

(2) Het volgende middeleeuwse handboek dat hoofdzakelijk is samengesteld door Ahmad ibn Naqib al-Misri (†1368), Reliance of the Traveler: A Classic Manual of Islamic Sacred Law, (vert. Nuh Ha Mim Keller, Beltsville, Maryland: Amana, 1994), vat de uitspraken van de Sjafii school van fiqh samen.

Deze twee wetten behandelen de twee vereisten die nodig zijn om een afvallige ter dood te kunnen veroordelen en de verplichting van de kalief of zijn vertegenwoordiger.

08.1 Wanneer een persoon die de puberteit heeft bereikt en gezond van geest is, vrijwillig afstand doet van de islam, dan verdient hij gedood te worden.

08.2 In een dergelijk geval is het verplicht voor de kalief (of zijn vertegenwoordiger) hem te vragen om spijt te betuigen en terug te keren tot de islam. Als hij dat doet, dan wordt dit van hem aangenomen, maar als hij weigert, wordt hij onmiddellijk gedood.

Er is geen compensatie voor het doden van een afvallige.

08.4 Er is geen schadevergoeding voor het doden van een afvallige.

De volgende achttien handelingen, die algemeen van aard zijn, gaan over het afstand doen van de islam.

(1) Het buigen voor een afgod, of uit schijn, of door druk van buitenaf, of uit daadwerkelijke overtuiging;

(2) Het voornemen ongelovig te worden, nu of zelfs in de toekomst. En zoals dit voornemen twijfel om zo te doen of niet is: men begaat daardoor onmiddellijk ongeloof;

De volgende wet zegt dat als men helder van verstand is en de leer van de Drie-eenheid overweegt, tot een ongelovige wordt:

(3) Om woorden van ongeloof te spreken zoals het impliceren dat “Allah is de derde van drie,” of “ik ben Allah” - tenzij men zijn tong niet onder bedwang heeft, of dat men een ander citeert, of één van de vrienden van Allah is... in een geestelijk bedwelmde staat van totale vergetelheid;

(4) Het beledigen van Allah of zijn boodschapper;

(5) Het bestaan van Allah te ontkennen, te ontkennen dat hij zonder begin en zonder eind is, of om zijn eigenschappen te ontkennen die alle moslims aan hem toeschrijven;

(6) Om de naam van Allah ijdel te gebruiken, zijn gebod, zijn verbod, zijn belofte, of zijn waarschuwing;

(7) Om enig vers in de koran te ontkennen of iets dat de gezamenlijke geleerden besloten hebben dat... daartoe behoort, of om een vers toe te voegen dat daar niet toe behoort;

(8) Om spottend te zeggen: “Ik weet niet wat geloof is”;

(9) Om iemand te antwoorden wie zegt: “Er zijn geen macht of kracht door Allah”;...

(12) Wanneer iemand vraagt om de geloofsbelijdenis ( sjahada) te leren... en een moslim hem dit weigert;

(13) Om een moslim te beschrijven, of iemand die een moslim wil worden, in termen van ongeloof ( koefr);

(14) Om het verplichtende karakter van iets te ontkennen dat door de consensus van moslims... onderdeel van de islam is gemaakt, wanneer het als bekend mag worden verondersteld, zoals het gebed ( salaat) of zelfs één rak’a (handeling van prostratie) van één van de vijf verplichte gebeden, als er geen excuus is;

(15) Om te beweren dat wie dan ook van de boodschappers of profeten van Allah een leugenaar is, of te ontkennen dat zij gezonden zijn;

Een latere wetgeleerde voegt daaraan het volgende toe:

(16) De islam als religie te verachten;

(17) Om te geloven dat dingen uit zichzelf of door hun aard invloed kunnen uitoefenen, onafhankelijke van de wil van Allah;

(18) Om het bestaan van engelen of djinn te ontkennen...of de hemelen;

(19) Om te spotten met enig uitspraak van de Heilige Wet;

De volgende wet is duidelijk over het uiteindelijke doel van de islam:

(20) Of de bedoeling van Allah te ontkennen dat zijn boodschap aan de profeet is... om de godsdienst te zijn die gevolgd moet worden door de volledige wereld.

Samenvattend, deze wetten gaan allen over abstracte doctrines en geloofszaken, niet over fysieke handelingen zoals moord, niettemin vereisen zij de dood. Niemand mag zelfs spottend doen over de islamitische wet. Sommigen zijn hoogst doctrinair en gemaakt om verschillende islamitische doctrines te niet te doen ( nr’s. 5 en 6). Niemand mag een passage in de koran ontkennen (nr. 7). Hoe dan kan men van deze wrede verzen afstand doen? Seculaire wetenschap wordt niet toegestaan om te bloeien (nr. 17). Het is duidelijk dat deze wetten de vrijheid van godsdienst, van denken en spreken, verstikken.

Kunnen of willen de islamitische landen de klassieke fiqh die in de koran en de hadieth geworteld is herzien of achter zich laten?

Conclusie

De reden dat de islam vrijheid van godsdienst uitsluit, is duidelijk. Het volgt zijn oorsprong. De koran kwam, naar verluidt, van Allah door Gabriël, en Mohammed was geïnspireerd door zijn goddelijkheid voorbeeld. De islamitische wet komt voort uit deze twee bronnen.

Wanneer echter een godsdienst vrijheid van spreken en verschil van mening onderdrukt, dan getuigt het tegen zichzelf. Wat proberen de godsdienstige leiders te verbergen? Waarom is kritiek uitgesloten? Als de islam werkelijk de “uiteindelijke waarheid” en de “definitieve openbaring” is, dan behoeft het geen enkele uitdaging te vrezen. De leiders zouden in staat moeten zijn het te verdedigen door woorden alleen, want zijn aantrekkelijkheid is vanzelfsprekend. Mensen zouden vrijwillig en zonder bedreiging van geweld tot de islam moeten toestromen. Aan de andere kant, als de mensen het willen verlaten - een ondenkbare gedachte aangezien de islam zo ontzagwekkend is - dan zou dit moeten worden toegestaan zonder vervolging of omdat er een zwaard boven hun hoofden hangt.

Het zou ideaal voor de islam zijn zich te hervormen. Gematigde moslims geloven dat de vanzelfsprekende doodstraf voor afvalligen geen juiste basis heeft in de koran en de vroege islam. Zij kunnen hierin gelijk hebben. Het is zeker geen overheersend thema. Maar kunnen of willen deze gematigden de islam hervormen betreffende dit onderwerp? Kunnen zij hun meer traditionele medemoslims die de hadieth en klassieke fiqh strikt volgen, hiervan overtuigen? Zullen zij talrijke artikelen en boeken schrijven, uitleggend waarom de doodstraf voor afvalligheid niet in de koran wordt gevonden? Dit zou overal samenlevingen ten goede komen, want het zou de deur voor velen openen om de islam, een belastende en strenge godsdienst, te verlaten.

Zo niet, dan moet er een andere strategie worden gevoerd.

Ten eerste, de islamitische wet mag nooit overal in de wereld worden opgelegd. Het is te streng en te barbaars. Vrijheid van godsdienst moet de ruimte worden gegeven. Zelfs als dat betekent dat de profeet, de koran en de islamitische wet worden bekritiseerd, dan nog is vrijheid beter dan onderdrukking.

Ten tweede, leiders van de vrije wereld moeten druk zetten op onderdrukkende islamitische overheden.

Ten derde, met de komst van het World Wide Web, stroomt informatie vrijelijk, als een schijnend licht in de duisternis. De gewone burger moet de islamitische onderdrukking volgen, door het verzenden van e-mails naar elkaar en betrouwbare weblogs ( blogs). Een welgeïnformeerde gemeenschap is een vrije gemeenschap, en misschien kunnen de vrije burgers de onderdrukten over de hele wereld helpen. Een andere manier om te helpen, is bij te dragen aan gereputeerde organisaties voor de rechten van de mens.

Addendum

Maududi gebruikt soera 9:11-12 om het executeren van afvalligen te rechtvaardigen. Mohammed heeft een sterke militaire macht. Deze verzen zetten het beleid van Mohammed voort in soera 9:1-5 met het bedreigen van polytheïsten met de dood, hinderlagen en belegeringen.

9:11-12...Wanneer zij [de afgodendienaars] dan berouw tonen, en de shalaat onderhouden en de zakat geven, dan zijn zij jullie broeders in de godsdienst... En wanneer zij hun eden breken, nadat zij een verbond hebben gesloten en zich vijandig gedragen tegenover jullie godsdienst: doodt [stamwoord q-t-l] dan de leiders van het ongeloof. Voorwaar, bij hen hebben eden geen waarde. Hopelijk zullen zij ophouden.( Siregar, de toevoegingen tussen haakjes zijn van mij).

Maududi zegt dat volgens de historische context, de “overeenkomsten” en “eden” geen politieke verdragen zijn, maar de acceptatie van de islam. Maar als zij hiervan afstand doen en de islam bespotten, dan worden zij afvalligen. Moslims zijn daarom geboden hen te bestrijden. Het Arabische stamwoord q-t-l wordt gebruikt. Bedenk dat het betekent: bestrijden, doden, oorlog, strijd en slachting. Het heeft geen ambiguïteit of een bredere betekenis, zoals djihaad dat wel heeft.

De interpretatie van Maududi is echter niet zo zeker als het aanvankelijk schijnt. Het is zeer wel mogelijk dat “overeenkomsten” en de “eden” politiek van aard zijn. Verzen 3 en 4 ondersteunen deze politieke interpretatie, want Mohammed waarschuwt de polytheïsten dat zijn verdragsverplichtingen met hen tot een einde zullen komen, en op dat ogenblik waren zij geen moslims. Dus de polytheïsten verlieten de islam niet, omdat zij er helemaal geen onderdeel van waren. Maar tenminste werkt Maududi, ironisch genoeg, ijverig met het zoeken van de rechtvaardiging in de koran voor het doden van afvalligen van de islam.

[Engelstalige] bron: De bestraffing van de afvallige volgens de islamitische wet, ga naar “Het bewijs in de koran van het gebod om de afvallige te executeren”.