Boechari Boek 6
Volume 1, Boek 6, Nummer 298. Verteld door ‘Aïsja:
De Profeet en ik namen vroeger een bad uit één pot terwijl we in Djoenoeb waren. Tijdens de menstruaties, gebood hij mij om een Izar (jurk gedragen onder de taille) te dragen en mij te liefkozen. Terwijl in Itikaf, bracht hij zijn hoofd dichtbij mij en ik zou het wassen hoewel ik nog in mijn menstruatieperiode was.
Volume 1, Boek 6, Nummer 301. Verteld door Aboe Sa’ied al-Choedri:
Eens ging Allah’s Apostel naar de Moesalla (om het gebed aan te bieden) om het ‘Ied-al-Adha of Al-Fitr gebed. Toen passeerde hij de vrouwen en zei: “O vrouwen! Geef aalmoezen, want ik heb gezien dat de meerderheid van de bewoners van het Hellevuur jullie zijn. Zij vroegen: “Waarom is dit zo, O Apostel van Allah?” Hij antwoordde: “Jullie vloeken frequent en zijn ondankbaar naar jullie echtgenoten.” Ik heb niet iemand gezien gebrekkiger in intelligentie en religie dan jullie. Een voorzichtig gevoelige man kan op het verkeerde spoor worden geleid door sommigen van jullie.” De vrouwen vroegen: “O Allah’s Apostel! Wat is gebrekkig in onze intelligentie en religie?”Hij zei: “Is het niet het bewijs van twee vrouwen gelijk aan het getuigenis van één man?” Zij antwoorden bevestigen. Hij zei: “Dit is het gebrek in haar intelligentie. Is het niet waar dat een vrouw noch bidden kan noch vasten tijdens haar menstruatie?”De vrouwen antwoorden bevestigen. Hij zei: “Dit is het gebrek in haar religie.”