De Dhimmi
De Kerk in de Moslimwereld: houthakker en waterdragers
In onze publicaties geven wij veel aandacht aan vervolging en discriminatie van christenen in de moslimwereld. Hierdoor wekken wij soms de indruk dat alle moslims onmensen zijn, die een hekel hebben aan christenen. In werkelijkheid zijn moslims over het algemeen vriendelijke en verdraagzame mensen, die heel goed met christenen omgaan en met hen vriendschap sluiten. Het is de islam, die christenen discrimineert. Als moslims daar aan meedoen, dan doe zij slechts hun religieuze plicht. Het zit ingebakken in de ideologie van de islam. In dit artikel willen wij ingaan op de achtergrond van de christenvervolging in de moslimwereld. Hiervoor doen we een duik in de geschiedenis van de islam.
Capitulatieverdrag
In tien jaar tijd, van 622 tot 632, heeft Mohammed vrijwel het gehele Arabische schiereiland aan zich onderworpen. De verslagen heidense stammen kregen de keus moslim te worden of de dood. De meesten werden dus moslim De verslagen joden en christenen hoefden zich niet te bekeren, maar zij moesten een capitulatieverdrag tekenen, de dhimma Hierin waren de voorwaarden vastgelegd waaronder de overwonnen stammen mochten blijven leven. Her was een zeer vernederend verdrag, dat de verslagenen degradeerde tot tweederangsburgers in hun eigen land, die echter wel de bescherming van Mohammed genoten. Mohammed behield zich wel het recht voor om het verdrag te allen tijde nietig te verklaren.
Na de dood van Mohammed zetten zijn opvolgers, de kaliefs, de strijd voort. Grote delen van het Midden-Oosten werden veroverd, waaronder een groot aantal christelijke landen, zoals Egypte en Syrië. Zij moesten zo'n capitulatieverdrag tekenen
In feite kwam de dhimma neer op een soort apartheidswetgeving. Essentieel was dat de dhimmi werd vernederd en zich schikte in een minderwaardige positie in de moslimmaatschappij
Dat werd door iedere bepaling benadrukt. Het begon met de hoofdelijke belasting, de djizja. Een soort beschermgeld, waarmee de dhimmi's als het ware hun recht kochten om in leven te blijven. Moslims hoefden die belasting niet te betalen. De manier waarop de djizja jaarlijks betaald werd was vaak stuitend vernederend. Zij was gebaseerd op een tekst uit de Koran, waar Mohammed zei: 'Bestrijdt hen die niet geloven in Allah, noch in de Laatste Dag, en die niet verboden stellen wat Allah en Zijn Boodschapper verboden hebben gesteld, en die zich niet voegen naar de wezenlijke godsdienst (Islam) onder degenen aan wie de Schrift gegeven is (joden en christenen), totdat zij uit de hand de schatting (djizja) opbrengen, in onderdanigheid.’ (Soera 9:29)
De bepalingen van het dhimmi-verdrag waren niet altijd hetzelfde, maar in grote trekken kwamen ze neer op het volgende. Belastingen Ondergeschikt Ongelijkheid voor de wet Kerken Evangelisatie Apartheid Voordelen
|
Vernedering
De joodse schrijfster Bat Ye'or citeert een groot aantal documenten waarin wordt voorgeschreven hoe deze regel in verschillende tijden en plaatsen moest worden toegepast. In grote trekken komt het neer op het volgende: De belastingbetaler moest met z'n geld persoonlijk naar de markt waar de belastingontvanger (vaak een sjeik of emir) op een soort troon was gezeten. De dhimmi's moesten lange tijd wachten op de smerigste plaats totdat ze één voor één voor de sjeik werden gesleept. Dan moest de dhimmi het verschuldigde bedrag in de hand van de moslim leggen, maar zo dat zijn hand niet boven die van de moslim uitkwam. De dhimmi moest blijven staan, terwijl de moslim op z'n troon gezeten was. Na het overhandigen van het geld moest de dhimmi voorover buigen, zodat de moslim hem een klap tegen z'n wang of een stomp in z'n nek kon geven, met de woorden: "Betaal de schatting aan Allah, o vijand van Allah, O ongelovige." Hierna werd de belastingbetaler bruut weggetrokken “om hem het gevoel te geven dat hij aan het zwaard ontsnapt is.”
Alle moslims werden uitgenodigd om van dit schouwspel te genieten. Zo werden alle christenen, van hoog tot laag in net openbaar vernederd. Rijke christenen stuurden vaak een afgezant om de belasting te betalen, maar regelmatig werd dit verboden. Men moest in eigen persoon vernederd worden
Geen wonder dat in de loop der eeuwen veel christenen overgingen tot de islam. Geleidelijk werden de christenen een minderheid in hun eigen land. Door de vernederende aard van de dhimmi-status lag het voor de hand dat er op christenen werd neergekeken, en dat zij zelfs als onrein beschouwd werden. Overigens werden de bepalingen niet altijd even streng opgevolgd. Het feit alleen al dat er nog steeds eeuwenoude kerken zijn in het Midden-Oosten is hiervan het bewijs Als de dhimma strikt was toegepast zouden er na de zevende eeuw geen kerken meer gebouwd zijn en zouden de bestaande kerken tot ruines zijn vervallen.
Toch heeft het gebruik stand gehouden tot omstreeks het midden van de vorige eeuw. Het grootste deel van de moslimwereld viel toen binnen het Turkse (Ottomaanse) rijk. Onder druk van vooral Engeland en Frankrijk werd de dhimma in 1856 in het hele Turkse rijk afgeschaft. In Perzië (Iran), Jemen en Marokko bleef de dhimma tot in deze eeuw van kracht. De afschaffing van de dhimma heeft overigens de woede opgewekt van fanatieke moslims, wat resulteerde in pogroms tegen dhimmi's, waarbij honderdduizenden christenen en joden werden afgeslacht.
Situatie nu
Nu kan men een wet wel afschaffen, maar een gebruik van eeuwen schaf je niet zomaar af. Daar komt bij dat de fundamentalisten luid roepen om herinvoering van de dhimma. “De christenen moeten weer op hun plaats gezet worden en zich neerleggen bij hun historische tweederangs-status. Anders emigreren ze maar naar hot Westen.” Door al deze propaganda kijken veel moslims nog steeds neer op de christenen in hun midden.
Christengevangenen in Pakistan moeten wachten met eten en drinken tot de moslims klaar zijn. Anders zouden zij het eetgerei verontreinigen. Het gevolg is dat alle eten en drinken soms op is voordat zij aan de beurt zijn. Sommige fanatieke moslims gooien in openbare gelegenheden het serviesgoed stuk als een christen ervan gegeten of gedronken heeft. Dit doen zij om te voorkomen dat zij later van dit 'verontreinigde' servies zullen eten. Om de zelfde reden hebben christenen in landen als Iran en Pakistan hun eigen restaurants (waar ze dan wel varkensvlees en wijn mogen serveren.) Een vorm van apartheid waar niemand verontwaardigd over doet.
In Egypte moet de president nog steeds vergunning geven voor de bouw of de reparatie van een kerk. Sinds 1980 zijn er nog geen vijf kerken gebouwd, tegen 80.000 moskeeën! Ter vergelijking: in dezelfde periode zijn in Nederland 340 moskeeën geopend. In de meeste moslimlanden zijn hoge leidinggevende posities nog steeds niet voor christenen weggelegd. Veel moslims weigeren een christen als baas te hebben Zelden zal een christen een hoge rang in het leger bekleden.
In Pakistan ijveren de fundamentalisten voor herinvoering van de dhimmi-belasting, te betalen door niet-moslims. In Egypte komt het regelmatig voor dat de moslimbroederschap of een andere fundamentalistische groepering de dhimmi-belasting afperst van rijke christenen. Her geld vloeit naar de kas van de eigen organisatie ter verbreiding van het fundamentalisme. In de ogen van de Egyptische regering is het een maffiapraktijk, maar de fundamentalisten beweren dat zij alleen maar de regels van de islam toepassen. Nog steeds kunnen christenen niet met moslimvrouwen trouwen, en her is in die landen normaal dat een moslim, die zich tot een ander geloof bekeert, gedwongen wordt te scheiden.
Ideologie van de islam
Het dhimmistelsel past goed in de ideologie van de islam, die de wereld verdeelt in twee kampen. een 'Huis van de Islam' en een 'Huis van de oorlog' (Dar al islam en Dar al harb). De Dar al islam is de moslimwereld, waar de moslims niet per se in de meerderheid zijn, maar waar zij wel de macht hebben Hier behoort de islamitische wetgeving (de sjaria) van kracht te zijn. De rest van de wereld is de Dar al harb, en moet nog voor de islam veroverd worden, vandaar de naam 'huis van de oorlog'. In de Dar al Islam is de wetgeving er dus op gericht de hele bevolking te islamiseren. Door de niet-moslims te vernederen en de moslims allerlei voordelen te geven, wordt de Islam steeds sterker. Het systeem heeft zijn effectiviteit duidelijk bewezen
Overigens hebben de moslims niet alles zelf bedacht. Het systeem grijpt terug op oeroude Arabische stamgebruiken. De Islam heeft bovendien veel van zijn gedachtegoed geleend van de joden en de christenen. Of de eerste moslims op de hoogte waren met net ‘dhimmi-verdrag' dat Jozua tweeduizend jaar eerder met de Gibeonieten sloot is twijfelachtig, maar vast staat dat de vele Syrische gezagsdragers die overgingen tot de Islam alleen maar de bestaande Byzantijnse (Oostromeinse) wetgeving ten aanzien van de joden hoefden aan te passen. In het Oostromeinse Rijk was de Grieks-orthodoxe kerk de staatskerk, die alle andere godsdiensten bestreed. De joden hadden altijd al een bijzondere status in het Romeinse Rijk, met aparte rechten en plichten. Onder Invloed van de Byzantijnse staatskerk kregen de joden steeds minder rechten. In 534 werden de rechten en plichten van de joden vastgelegd in de Wetten van Justinianus. Dit stelsel werd overgenomen en verder uitgewerkt door de moslims, die het toepasten op alle niet-moslims. Zo kreeg de orthodoxe kerk een koekje van eigen deeg. De koptische en nestoriaanse christenen, die door de orthodoxe kerk vervolgd waren, gingen er aanvankelijk onder de moslims op vooruit. Het effect van de dhimma liet zich pas eeuwen later gelden
Mentaliteit
Twaalf eeuwen dhimmi-schap hebben diepe sporen getrokken in de mentaliteit van de kerk in de moslimwereld 'Overleven' heeft de zendingsopdracht naar de achtergrond verdrongen. Terwijl met name de nestoriaanse kerk in het verleden tot in het verre China gemeenten gesticht heeft. Telkens wanneer de kerk zich weer op evangelisatie toelegde, werd dat bloedig afgestraft. Veel christenen beschouwen het dhimmi-schap als hun natuurlijk lot. Zij verzetten zich er dan ook niet tegen. “In de wereld lijdt gij verdrukking" en Al wie een godvruchtig leven wil leiden zal vervolgd worden.” Zozeer als deze bijbelteksten door de Westerse Kerk worden verwaarloosd, zozeer worden ze door de koptische kerk gekoesterd.De Bijbel leert ons nergens dat we moeten vechten voor onze rechten, maar wel dat we voor onze broeders moeten opkomen. Dat is dan ook precies het bestaansrecht van Open Doors : Wees wakker en versterk overige dat dreigt te sterven.
Het historische gedeelte is grotendeels gebaseerd op het standaardwerk over dit onderwerp door Bat Ye’or: Le Dhimmi. Het boek is ook in het Engels vertaald en uitgegeven als The Dhimmi, ISBN 0-8386-3262-9. Zie haar website: Dhimmis and Dhimmitude
Verantwoording
Wij zijn Open Doors Nederland dankbaar voor hun toestemming om dit artikel te publiceren