Alzo lief heeft God de wereld
De liefhebbende God
Vaak beweren moslimvrienden dat de koran de boodschap van Allahs liefde beter weergeeft dan dat de bijbel dat van God doet. Daarentegen zijn er anderen die de liefde van God verwerpen. Zij zeggen dat men van God niet kan verwachten dat hij liefheeft; Hij kan alleen genadig zijn.
De koran
Een nauwkeuriger onderzoek van de koran laat zien dat geen van beide ideeën correct is. In twee verzen wordt Allah aangehaald als al-Wadoed, de liefhebbende... (Soera 11:90; 85:14). In twee andere passages is de liefde van God voorwaardelijk. Om zijn liefde voor de mensen te tonen, verwacht Allah dat de mensen hem eerst liefhebben:
Allah heeft hen lief, die goed doen. (Soera 2:195).
Zeg: “Indien gij Allah liefhebt, volgt mij, Allah zal u liefhebben ...” (Soera 3:31)
Het idee dat God niet een liefhebbende God kan zijn, is dus in conflict met de koran zelf.
De koran en de bijbel
Nu kijken we naar de opmerking dat de boodschap van liefde gegeven door Allah beter is dan die in de bijbel. We zullen eerst een aantal relevante verzen uit de Thora en de Indjiel aanhalen:
In de thora staat:
... de HEER, uw God, niets anders van u vraagt dan dat u ontzag voor hem toont, dat u de weg volgt die hij u wijst, dat u hem liefhebt, hem met hart en ziel dient (Deuteronomium 10:12)
Verder staat er:
1 Heb daarom de HEER, uw God, lief en houd u aan uw verplichtingen tegenover hem. Leef zijn wetten, regels en geboden elke dag na. (Deuteronomium 11:1).
En opnieuw:
Als u de geboden gehoorzaamt die ik u vandaag voorhoud, en de HEER, uw God, liefhebt en hem met hart en ziel dient, (Deuteronomium 11:13).
De indjiel zegt:
Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. (Matteüs 22:37).
Vergelijking
In tegenstelling tot de bijbel bevat de koran geen bevel om God met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand lief te hebben. De moslim wordt in feite direct en indirect gevraagd Allah lief te hebben om zo zijn gramschap af te wenden en zijn goedkeuring te winnen.
“Als jullie Allah liefhebben,... Allah zal jullie liefhebben …” (Soera 2:195; 3:31)
De liefde die zijn eigen zekerheid zoekt, is niet oprecht. Het komt niet vanuit het hart. Waar de koran het als een optie – “als jullie God liefhebben” - laat, schrijft de bijbel het voor:
‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. 38 Dat is het grootste en eerste gebod. (Matteüs 22:37-38)
Een voorschrift, dat dus verplichtend bedoeld is.
Onvoorwaardelijke liefde
Ondanks onze onvolkomenheid in het houden van dit gebod, leren we van de bijbel:
Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. (Johannes. 3:16).
In de koran komen we deze spontane liefde van Allah niet tegen. Er wordt erg weinig gesproken over Gods onvoorwaardelijke liefde voor de mensheid. In de koran is Gods liefde een uitdrukking van goedkeuring, alleen aan degenen die goed doen. Bijvoorbeeld:
“Allah heeft hen lief, die goed doen” (Soera 2:195)
“heeft Allah de ongelovigen niet lief. (Soera 3:32)
De indjiel zegt dat God van de hele wereld - dat betekent de hele mensheid - houdt. De boodschap van God is: vrede en veiligheid door Jezus. Daarentegen vertellen de koran en de islamitische tradities ons dat God sommigen voor de hel en anderen voor het paradijs geschapen heeft.
Bijvoorbeeld:
“En indien uw Heer had gewild, zou Hij het mensdom voorzeker tot één volk hebben gemaakt”. (Soera 11:118)
“maar Hij laat hem die wil, dwalen en leidt hem die dit wenst...” (Soera 16: 93)
“Er is niemand onder u of hij zal er toe [de hel] komen - dit is een door uw Heer vastgesteld besluit. Dan zullen Wij de rechtvaardigen redden en de bozen op hun knieën daarin achterlaten.” (Soera 19:71-72)
Het goddelijk decreet?
Mohammed wordt beschuldigd te hebben gezegd:
“God creëerde Adam, en bewoog vervolgens zijn rechterhand over zijn rug en bracht zijn nageslacht voort, zeggend, Ik heb hen geschapen voor het paradijs en zij zullen doen de daden van degenen die naar het paradijs gaan.” Hij bewoog vervolgens zijn hand over zijn rug en bracht zijn nageslacht voort, zeggend “Ik heb hen geschapen voor de hel en zij zullen de daden doen van degenenen die naar de hel gaan” (Wali ad-Din Muhammad B. 'Abdallah al-Khatib, “Mishkat Al-Masabih”, vertaling: James Robson (Lahore: M. Ashraf, 1981), p. 27.).
Ook deze verklaringen zijn tegenstrijdig. Als Allah al precies had besloten wie naar het paradijs en wie naar de hel zou gaan, waarom was het dan noodzakelijk voor hem (zoals moslims beweren) om 124.000 boodschappers naar deze wereld te zenden om de mensen in het rechte pad te leiden? Hoe is het dan mogelijk dat de god van de koran “maar Hij laat hem die wil, dwalen en leidt hem die dit wenst” (Soera 16: 93).
Een liefhebbende God kan zo niet zijn. God, zoals de bijbel zegt, is “De Heer is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen menen; hij heeft alleen maar geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat. ” (2 Petrus 3: 9).
Diepte van liefde
Dit brengt ons tot de conclusie: volgens de koran is de oprechte wederzijdse liefde tussen God en de mensen, zoals beschreven in de bijbel, niet mogelijk. Wel noemt de koran Allah twee keer de liefhebbende God, maar het geeft de diepte van de liefde van God niet weer. Die liefde in de natuur van God staat in de bijbel duidelijk omschreven, bijvoorbeeld als er staat:
God is liefde (1 Johannes. 4:8).
Verzekering
Een moslim is niet zeker of hij vergeven zal worden of niet. Zelfs Mohammed was niet zeker. In de taal van de koran staan onder andere deze woorden:
“Ik ben geen nieuwe boodschapper, noch weet ik wat met u of mij zal geschieden...” (Soera 46:9).
Volgens de islam, wordt een moslim verondersteld God lief te hebben als een ghoelam (slaaf). Zulke liefde kan niet dienen als een goed voorbeeld. Echte liefde kunnen we alleen van mensen verwachten wanneer God zèlf oneindig liefhebbend is. De bijbel laat die kant van God aan ons duidelijk en nadrukkelijk zien:
Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden. (1 Johannes 4:10).
We kunnen God niet volledig liefhebben tenzij hij eerst naar ons reikt. Dit brengt ons tot de slotconclusie:
Wij hebben lief omdat God ons het eerst heeft liefgehad. (1 Johannes 4:19).
We houden ons aan zijn geboden niet alleen omdat het onze plicht is, maar omdat we door zijn grote liefde ertoe gebracht worden om hem lief te hebben en hem te gehoorzamen in dankbaarheid.
Daarom kunnen we zeggen dat de bijbelse beschrijving van Gods liefde volledig is en veel beter dan in welk ander boek ook. Het is de werkelijke en ware kijk op de liefde van onze almachtige God.