Moeslim Boek 35
Hoofdstuk 19: De excellentie van het smeken tijdens het kraaien van de haan in de ochtend
Aboe Hoeraira rapporteerde Allah’s Boodschapper (vrede zij met hem) zeggende. Als je luistert naar het kraaien van de haan, vraag Allah om Zijn gunst want het ziet Engelen en wanneer je luistert naar het balken van de ezel, zoek toevlucht in Allah van de Satan want het ziet Satan.
Aboe Hoeraira deed verslag van Allah’s Boodschapper (vrede zij met hem) zeggend : De smeekbede van een dienaar wordt verhoord mits hij niet smeekt om zonde of de verbreking van bloedbanden, en mits hij niet ongeduldig wordt. Gezegd werd: Boodschapper van Allah, wat betekent: “Mits hij niet ongeduldig wordt?” Hij zei: Dat hij zo zou spreken: Ik heb gesmeekt en gesmeekt, maar ik kreeg geen antwoord, en dan raakt hij teleurgesteld en staakt hij zijn smeekbeden