Volgens de meest geautoriseerde tradities van de islam, begreep Mohammed terreur als één van Gods onderscheidende gunsten aan hem, makende hem superieur aan andere profeten. Zie in Ahadieth: Sahieh Boechari, Volume 4, Boek 52, Nummer 220; Sahieh Moeslim, Boek 4, Nummer 1062-1067
In de volgende soera's kunnen de woorden als respectievelijk “terreur”en “terroriseren, angst aan jagen” vertaald worden:
“ontzag” in soera's 3: 151; 8:12-13
“afschrikken” in soera 8:59-60
Allah werpt terreur in de harten van ongelovigen door de daden van moslims:
“Allah kwam tot hen ... en wierp schrik in hun hart...hun huizen met eigen handen en met die van de gelovigen vernielden... omdat zij Allah en Zijn boodschapper tegenwerkten.” 59:2-4
Zie ook sectie: Djihaad