Ibrahiem
Dit is de aanduiding in de koran voor de in de bijbel genoemde persoon Abraham. Ibrahiem komt uit het Assyrisch; het Arabische equivalent is Aboe Rahiem.
In de koran:
2: 124-260; 3: 33-97; 4: 54-163; 6: 74-83; 6: 161; 9: 70-114; 11: 69-76; 12: 6-38; 14: 35-42; 15: 51-56; 16: 120-123; 19: 41-58; 21: 51-72; 22: 26-79; 26: 69-102; 29: 16-31; 33: 7; 37:83-113; 38: 45-47; 42: 13; 43: 26-28; 51: 24-37; 53: 37; 57: 26; 60: 4-5; 87: 19
Het verhaal van Abrahams bevrijding uit het vuur dat Nimrod maakte om hem te vernietigen is te traceren tot een verhaal uit de Midrasj Rabba:
“ Terach was een maker van afgoden. Toen hij ergens naar toe ging stelde hij Abraham als verkoper aan in zijn plaats. Als er iemand kwam om iets te kopen vroeg Abraham hem: “Hoe oud zijt gij?” en hij (de andere) zou antwoorden: “Vijftig” of “Zestig jaar”. En hij (Abraham) zou zeggen: “Wee de man die zestig jaar oud is, en een ding wenst te aanbidden dat slechts een paar dagen oud is!” En hij (de andere) schaamde zich en vervolgde zijn weg. Eens kwam er een vrouw langs, met in haar hand een schaal met tarwebloem. Zij zei tegen hem: “Hier! plaats dit vóór hen.” Hij stond op, nam een staf in zijn hand en brak ze allemaal in stukken; toen gaf hij de staf in de hand van hem die de grootste was onder hen. Toen zijn vader kwam, zei hij tegen hem: “Wie heeft hen dit aangedaan?” Hij (Abraham) zei tegen hem: “Wat is verborgen voor u? Een vrouw kwam langs en bracht een schaal met tarwebloem, en zei tegen mij: “Hier! plaats dit vóór hen”. Ik plaatste het vóór hen. En deze zei: “Eerst zal ik eten” en de andere zei: “Eerst zal ik eten” En deze, die de grootste is onder hen, stond op, nam een staf, en hen brak hen in stukken.” Hij (de vader) zei tegen hem: “Waarom vertel je mij een fabel? Begrijpen deze het?” Hij (Abraham) zei tegen hem: “En horen uw de oren niet wat uw lippen spreken?” Hij ( Terach) greep hem en leverde hem over aan Nimrod. Hij (Nimrod) zei tegen hem: “Laten wij het vuur aanbidden”. Abraham zei tegen hem: “En laten wij het water aanbidden dat het vuur dooft.” Nimrod zei tegen hem: “Laten wij het water aanbidden.” Hij (Abraham) zei tegen hem: “Als dat zo is, laten wij de wolk aanbidden die de water brengt.” Hij (Nimrod) zei tegen hem: “Laten wij de wolk aanbidden”. Hij (Abraham) zei tegen hem: “Als dat zo is, laten wij de wind aanbidden die de wolk doet wegdrijven.” Hij (Nimrod) zei tegen hem: “Laten wij de wind aanbidden”. Hij (Abraham) zei tegen hem: “En laten wij de mens aanbidden die weerstand biedt tegen de wind”. “Als u mij bindt met woorden, zie! ik aanbid niets dan het vuur; zie! Ik gooi u in het midden ervan, en laat de God die u aanbidt, komen en u ervan bevrijden! ’ Abraham daalde af in de oven van vuur en werd bevrijd.”
In de hadieth:
Sahieh Boechari, Volume 4, Boek 55, Nummer 578; Volume 4, Boek 34, Nummer 420