Vierde brief

Beste Abdallah,

Ik hoef je amper te vertellen hoezeer ik je laatste brief heb gewaardeerd! Het is geweldig dat onze persoonlijke relatie zo open is, ondanks het feit dat we elk een ander fundament hebben. Ik ben blij dat je het met me eens bent wat betreft de noodzaak van een nuchtere benadering van geestelijke zaken. En dat je het krachtige, en voor een eerlijke lezer duidelijke en overtuigend argument, waar de vervulde profetie voor staat, erkent. Hetzelfde geldt voor de ooggetuigenverslagen en historische bronnen. Samen zijn ze een rots waarop we veilig ons vertrouwen in de bijbel kunnen gronden.

Hoewel het beslist goed is een rijk gevoelsleven te hebben, moet onze geestelijke gesprek nooit alleen door emoties beheerst worden. We moeten evenveel oog hebben voor de feiten. Dat kan zo nu en dan pijnlijk zijn. Daarom wordt ons in de bijbel geleerd ‘de waarheid te spreken in liefde’ (Efeziërs 4:15). Iemand heeft ooit terecht gezegd dat de waarheid zonder liefde wreed is, terwijl liefde zonder de waarheid sentimenteel is. Zoals emoties op feiten gegrond moeten zijn, zo moet ook de waarheid gepaard gaan met liefde. Zij zijn over en weer verbonden.

In je brief geef je ook de algemeen geaccepteerde mening van praktisch alle moslims weer, dat de koran in zijn huidige vorm identiek is aan het origineel. Islamitische tradities, stammend uit de tijd van de eerste Kaliefs, staven deze aanname niet, zoals elke geleerde zou moeten weten en erkennen.

In je brief noem je drie redenen, die je er van overtuigen dat de koran een openbaring van God moet zijn. Ik neem aan dat je ze opnoemt in antwoord op het bewijs voor de inspiratie van de bijbel.

Als ik je goed begrijp, bedoel je te zeggen dat ook ander bewijs de goddelijke openbaring zou kunnen bevestigen. Je wijst bijvoorbeeld op de bijzondere literaire kwaliteit en inhoud van de koran. Verder voer je aan dat het feit dat veel moslims de hele koran uit hun hoofd kunnen reciteren wonderbaarlijk is, en dus een bewijs voor zijn goddelijke oorsprong. Ten derde stel je uitdrukkelijk dat er met de koran nooit geknoeid is, maar dat hij tot in detail bewaard is gebleven zoals hij uit de mond van de Profeet heeft geklonken.

Iedereen met een basale kennis van het Arabisch zal zonder probleem de poëtische schoonheid van in elk geval de vroege Mekkaanse soera’s waarderen. Desondanks moet gezegd worden dat de Arabische koran grammaticaal en in zijn woordkeuze niet als perfect wordt beschouwd. Maar ook al zou dat wel zo zijn, moeten we ons realiseren dat het niet onredelijk is aan te nemen dat zelfs het allerbeste product van het menselijke vernuft nog steeds menselijk is. Bewijs van een goddelijk kenmerk zou de verhevenheid zijn bóven wat de mens kan produceren –zoals een vervulde profetie.

Wat betreft de inhoud van de koran, christenen vergelijken die logischerwijs met het evangelie. In alle oprechtheid, en proberend zo eerlijk en objectief te zijn als we maar kunnen, moeten we toch onze voorkeur voor het evangelie bekennen. Het zou de strekking van een brief als deze te buiten gaan om alle redenen voor deze aanname te noemen, maar ik zou je willen aanmoedigen om gewoon eens te lezen in het nieuwe testament – zoals ik ook in de koran gelezen heb. Misschien zou je bijvoorbeeld eens in het evangelie van Johannes kunnen lezen, vanaf hoofdstuk 10, of in de eerste brief aan de Korintiërs hoofdstuk 13 en volgende.

Het noemen van het citeren van de koran vanuit het geheugen is weer een heel ander verhaal. Ik herinner me hoe ik vele jonge mannen zag die het binnenplein van de al-Azr universiteit te Caïro op en neer liepen, terwijl ze druk bezig waren de koran uit het hoofd te leren. Dat vereist een scherp intellect, ijver, en misschien een fotografisch geheugen. Het zou wonderbaarlijk zijn als deze kennis in een oogwenk opgedaan zou zijn, zonder enige studie bijvoorbeeld.

Maar laat ik terugkomen op je voornaamste punt, namelijk de stelling dat de koran in zijn geheel bewaard is gebleven. Hoewel ik niet al mijn stellingen kan staven in een korte brief als deze, zal ik dat graag doen als je dat van mij vraagt. Het wordt zeker onderschreven van uit de islamitische traditie dat er gedurende het leven van Mohammed zeven verschillende ‘vormen’ van de koran bestonden. “Deze koran is onthuld in zeven vormen, dus reciteer wat het makkelijkst is!” zei Mohammed (al-Boechari deel VI, pg. 482, hoofdstuk LXI (5) nr. 514; Mishkatul Masabih deel 3, pg. 702-704; Tafsir van at-Tabari en commentaar van al-Baidawi). Er is wel gesuggereerd dat het hier om verschillende dialecten zou gaan. Maar dat kan niet kloppen. Het betekent verschillende teksten.

We moeten ons ook realiseren dat de Oethmani versie van de koran eigenlijk een herziening is van vroegere teksten. Behalve de versie van de koran die bijeengebracht en nagegaan is volgens aanwijzingen van Aboe Bakr en Oemar door Zaid bin Thabith, bestonden er een aantal ander teksten, samengesteld door mannen die er nog beter voor toegerust waren dan Zaid, zoals Abdoellah bin Mas’oed, Oebay bin Ka’b en Aboe moesa.

De herziening van de koran werd bevolen door Oethman, omdat de verschillende versies van de koran met elkaar in strijd waren. Nadat de Oethmani versie compleet was, werden alle eerdere versies verbrand. Het is zeker veelzeggend dat ook de versie die door Zaid was samengesteld, die op dat moment in het bezit was van Mohammeds weduwe Hafsa, vernietigd werd (door Marwan ibn-al-Hakam, gouverneur van Medina) (al-Boechari deel VI pg. 477-479, hoofdstuk LXI (3), nr. 509; Mishkatul Masabih deel 3, pg. 644; Masahif door Ibn Abi Dawood pg. 24,25; en ibn Asakir, nr. 445).

Nou, dat is nogal wat om te doen: het is de uitwissing en vernietiging van bewijs! Toch zijn we blij te kunnen zeggen dat doordat deze vroege teksten door velen uit het hoofd geleerd waren, ze het overleefd hebben in vastgelegde theologische debatten, en vergeleken kunnen worden met de Oethmani versie. Buiten vele kleine variaties hadden enkele meer Soera’s of Aya’s dan andere. We vinden ook weggelaten, veranderde en toegevoegde teksten (Masahif door Ibn Abi Dawood pg. 24, 25, en ibn Asakir, nr 405). Ibn Abi Dawoods collectie van deze van elkaar verschillende delen van de koran telt trouwens vele honderden pagina’s.

Laten we, dit in acht nemende, aan het gelovige hart een kritische maar toch open geest toevoegen. Niet kritisch naar God - want wie zijn wij om Hem ter verantwoording te roepen- maar naar de mens en zijn beweringen!

Ik wil je nogmaals dringend vragen wat ik schrijf niet als een schoffering op te vatten. Ik schrijf dit niet om je te beledigen of te kwetsen. In tegendeel, ik wil graag dat je tot “de kennis van de waarheid komt” (1 Timoteüs 2:4) zoals de bijbel zegt.

Je toegenegen,

Theophilus



Vorige

Inhoud

Volgende