Vijfde brief
Beste Abdallah,
Dank je voor je snelle antwoord en de manier waarop je schreef. We lijken nu echt iets op te bouwen!
Je voort in je brief argumenten aan uit het boek “De bijbel, de koran en de wetenschap” van Maurice Bucaille. Hierin wordt, schrijf je de goddelijke oorsprong van de koran ruimschoots bewezen.
Het er bij betrekken van de wetenschap is een nieuwe trend van de laatste tientallen jaren. Sommige moslimgeleerden zien hierin een bewijs voor de goddelijke oorsprong van de koran. De bewering is dat bepaalde wetenschappelijke kennis, die in de dagen van Mohammed onbekend moet zijn geweest, in de koran wordt weerspiegeld. Vooral de huidige kennis van de embryologie zou duidelijk bevestigen wat de koran over dit onderwerp zegt. De geologische vorming van het heelal, inclusief de aarde, is een ander onderwerp. Ik moet toegeven; als het zou kloppen zou het sterk bewijs zijn voor de inspiratie van de koran. Maar het klopt niet.
Dr. Bucaille vindt in de koran een beschrijving van het ontstaan van het heelal dat, volgens hem, eerst bestond uit gas dat de ‘Big bang veroorzaakte, wat dan weer de vorming van melkwegen en zonnestelsels, waaronder onze zon en haar planeten, mogelijk maakte (blz. 139). Dit berust op zijn nogal grillige duiding van twee teksten in de koran waar we lezen:
Hebben de ongelovigen niet ingezien dat de hemel en de aarde gesloten waren en dat Wij ze dan hebben geopend?..... (Soera 21:30)
En:
Dan wendde Hij Zich tot de hemel terwijl deze een soort damp was en zeide hiertegen en tot de aarde: "Komt beiden……… (Soera 41:11)
Parallelle passages uit de koran suggereren iets anders. Zij spreken van zuilen die voorkomen dat de hemelen op de aarde vallen.
En Hij (Allah) weerhoudt de hemel ervan op aarde te vallen (Soera 22:65)
Hij (Allah) heeft de hemelen geschapen zonder enige voor u zichtbare pilaren en Hij heeft op aarde hechte bergen gemaakt opdat zij niet beven met u (Soera 31:10)
Allah is Hij, Die de hemelen heeft doen verrijzen zonder pilaren die gij kunt zien. (Soera 13:2)
Deze teksten geven overduidelijk aan dat de koran niet spreekt van de ‘Big bang’ maar eigenlijk probeert uit te leggen waarom de hemel niet neervalt op de aarde.
In de zelfde context wordt beweerd dat de balans van de wetten van de zwaartekracht en de middelpuntvliedende kracht in een zonnestelsel in deze passages wordt beschreven (blz. 152 e.v.) De zwaartekracht van de zon trekt de aarde voortdurend naar het middelpunt van de zon. Dat zou natuurlijk het eind van zijn bestaan betekenen. Om de zaak nog iets erger te maken; de aarde trekt ook zelf de zon naar zich toe. Maar, terwijl die kracht de aarde laat versnellen in de richting van de zon, heeft de aarde een beginsnelheid die hem loodrecht op de richting van die kracht voortstuwt. En op die manier verandert de richting van de zwaartekracht met net iets minder dan een graad per dag. Dit gaat zo door totdat de aarde zes maanden later nog steeds naar het middelpunt van de zon getrokken wordt, maar deze keer in tegenovergestelde richting (met een verschil van 180 graden). Zo wordt de aarde er van weerhouden in de zon te verdwijnen, maar ook om er van weg te vliegen. Ik geloof dat het Isaac Newton was die deze wetten in de zeventiende eeuw ontdekte. Zien we deze natuurwetten werkelijk, direct of indirect, genoemd in de koran in het algemeen of in de genoemde teksten in het bijzonder? Zeker niet in de teksten die gesuggereerd worden. En zou Isaac Newton deze wetten hebben kunnen formuleren, op de manier waarop hij dat gedaan heeft, op grond van de kennis van bovengenoemde teksten? Ik ben er zeker van dat we het er over eens zijn dat, zelfs met de beste wil van de wereld, er een heleboel fantasie nodig zou zijn om deze verzen de werking van ons heelal te laten verklaren. Maar Dr. Bucaille deed dit wel, en ging zelfs nog verder. Hij ontdekte in de koran de voorspelling van de astronauten:
O, groep van djinn en mensen; als gij de grenzen der hemelen en der aarde wilt overschrijden, probeert dit dan. Doch gij zult dit zonder gezag stellig niet kunnen doen. (Soera 55:33)
Verder wordt aangenomen dat wanner de koran spreekt van zeven hemelen (bijvoorbeeld Soera 78:12) het getal zeven alleen een meervoud aangeeft. Hieruit concludeert hij dat de koran duidelijk stelt dat er vele hemelen en aarden in het heelal zijn, een feit dat alleen in onze tijd bevestigd kon worden (blz. 141). De logica van zo’n argument kun je zeker in twijfel trekken.
In alle eerlijkheid zul je ook moeten erkennen dat de koran uitgaat van het toen heersende wereldbeeld dat de aarde een schijf is, en niet een bol zoals we vandaag de dag weten:
Zol-Qarnain (volgens de overlevering Alexander de Grote)….. totdat hij het verste punt in de richting van de ondergaande zon bereikte, en deze in een bron van modderig water zag ondergaan (Soera 18: 83-86)
Zonder te proberen meer te zeggen dan de tekst wil, laten we dat eens vergelijken met een vers uit de bijbel dat ongeveer 3500 jaar geleden geschreven is:
Hij (God) spant het Noorden uit over de baaierd,
Hij hangt de aarde op aan het niet. (Job 26:7)
Het voornaamste argument echter voor het beweerde bestaan van toen onkenbare wetenschappelijke gegevens in de koran is de gynaecologie, of meer in het bijzonder, de embryologie. De wetenschap van de verwekking en ontwikkeling van het menselijke embryo in de baarmoeder van zijn moeder. Menig ingewikkeld artikel probeert de koran zo te interpreteren dat hij iets betekent wat hij niet zegt. In bloemrijke taal wordt ons verteld hoe artsen versteld staan van de doeltreffendheid van de beschrijving van het voortplantingsstelsel en zijn functioneren. Dus laten we hier even naar kijken:
…dat Wij (Allah) u hebben geschapen uit stof, daarna uit een levenskiem, dan van een klonter bloed, daarna uit een klomp vlees, volkomen en onvolkomen in maaksel, opdat Wij het u duidelijk maken. En Wij laten wat Ons behaagt gedurende een vastgestelde tijd in de baarmoeder blijven, dan brengen Wij u als zuigelingen voort (Soera 22:5)
Voorwaar, Wij (Allah) scheppen de mens uit een uittreksel van klei; Dan plaatsen Wij hem als een kleine levenskiem in een veilige plaats. Vervolgens vormen Wij de levenskiem tot een klonter bloed; daarna vormen Wij het geronnen bloed tot een (vormeloze) klomp; dan vormen Wij beenderen uit deze (vormeloze) klomp; daarna bekleden Wij deze beenderen met vlees; vervolgens ontwikkelen Wij het tot een nieuwe schepping. Gezegend zij Allah, de Beste Schepper. (Soera 23:12-14)
Hij (Allah) is het Die u uit stof schiep, dan uit een levenskiem en uit een klonter bloed, vervolgens brengt Hij u voort als een kind (Soera 40:67)
Hij (de mens) werd uit een stromende vloeistof geschapen, Welke voortkomt van tussen de ruggengraat en de ribben. (Soera 86:6-7)
…de Almachtige, de Genadevolle, die de schepping van alles voltooide, Hij begon de schepping van de mens uit klei. Daarna maakte Hij zijn nageslacht uit een uittreksel van een nietige vloeistof. (Soera 32:7-8)
Hij (Allah) vormde u in de baarmoeder van uw moeder, schepping naast schepping, in drievoudige duisternis. (Soera 39:6)
Allah weet wat elke vrouw baart en wat de baarmoeders niet voldragen en wat zij doen groeien. En bij Hem heeft alles een eigen maat. (Soera 13:8)
Hier moet vermeld worden dat de passages hierboven, met uitzondering van wat herhalingen (Soera 16:5, 80:19-20, 75:38-40, 18: 38) alles benoemen wat de koran over dit onderwerp zegt. We vinden geen hint naar de bevruchting van de eicel door een zaadcel, maar veeleer de aanname dat de zaadcel een zaad is wat wordt geplant in de baarmoeder om te rijpen. Om dit verzuim te herstellen citeert Dr. Bucaille Hadith:
Hij (de Heilige Profeet) zei: De voortplantingssubstantie van een man is wit en die van een vrouw is geel. Als zij gemeenschap hebben en de substantie van de man overwint die van de vrouw, het is een mannelijk kind dat wordt geschapen naar Allah’s raadsbesluit. Wanneer de substantie van de vrouw de substantie die de man heeft bijgedragen overwint, wordt er naar Allah’s raadsbesluit een vrouwelijk kind gevormd. De Jood zei: Wat u heeft gezegd is waar, u bent waarlijk een apostel. Toen draaide hij zich om en ging weg. De Boodschapper van Allah (vrede zij hem) zei: Hij vroeg me naar allerlei zaken waar ik geen weet van had totdat Allah het me gaf. (Sahieh Moeslim Hadith 614)
Net als ik zul je dit ook niet al te verhelderend vinden. Ook de volgende Hadith zou behoorlijk wat interpretatie nodig hebben om enigszins zinnig te zijn voor onze 21ste eeuwse geesten:
Allah’s Apostel, de ware en werkelijk geïnspireerde, vertelde ons: “De Schepping van ieder van jullie begint met het proces van het verzamelen van het materiaal voor zijn lichaam in veertig dagen en veertig nachten in de baarmoeder van zijn moeder. Dan wordt hij een klompje geronnen bloed voor eenzelfde periode (40 dagen) en dan wordt hij als een stuk vlees voor een zelfde periode. Dan wordt er een engel naar hem toegestuurd (door Allah), en die engel wordt toegestaan (bevolen), vier dingen te schrijven: zijn broodwinning, (de dag van) zijn dood, zijn daden en of hij een ellendige of een gezegende zal zijn (in het Hiernamaals) en dan wordt de ziel in hem geademd”. (Sahieh Al-Boechari Hadith 9.546; zie ook 4.430)
Er zou een boek voor nodig zijn om gedetailleerder op deze discussie in te gaan, maar het weinige dat ik kwijt kon werpt wat licht op het belangrijkste argument. Uiteindelijk komen alle andere argumenten neer op meer van hetzelfde. Welke conclusie kunnen we uit dit alles trekken?. Het is normaal en begrijpelijk dat mensen redeneren op basis van hun wereldbeeld. We leven allemaal bij de aanname dat óns wereldbeeld waar en recht is. Maar we moeten leren vraagtekens te zetten bij de geldigheid van wat iedereen in onze respectievelijke context denkt en waar men naar handelt. Dat zou best eens een ontnuchterend en soms pijnlijk proces kunnen zijn.
Als we spiritueel waarheidsgetrouwe en betekenisvolle levens willen leiden, moeten we de populaire opinie gedag zeggen en de waarheid van God zoeken. Zonder enige kwaadwillendheid of tegenstand moet ik bekennen dat de zoektocht naar een goddelijke oorsprong van een Boek, op de manier die we nu hebben gevolgd, veel meer vragen oproept dan hij ooit antwoorden op kan leveren.
Het spijt me erg dat ik op zoveel manieren zó negatief ben. Je moet echt mijn hart kenen om mijn beweegreden te begrijpen. Jij zult weten dat het geen voorliefde voor pennenstrijd nog een verborgen leedvermaak is. Al wat ik verlang is onze toewijding aan God, gebaseerd op ware informatie over Hem. Moge deze brief daaraan iets bijdragen.
Je toegenegen,
Theophilus